Rechtspraak
Rechtbank Limburg (Locatie Maastricht), 28 september 2018
ECLI:NL:RBLIM:2018:9205
Stichting Limburgs Voortgezet Onderwijs/werknemer
Feiten
Werknemer is sinds 1 december 2014 krachtens arbeidsovereenkomst in dienst van LVO in de functie van Leraar LB. LVO verzoekt de arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van artikel 7:671b lid 1 sub a BW in verbinding met artikel 7:669 lid 3 sub e (primair) dan wel g (subsidiair) BW, zonder toekenning van een vergoeding. Werknemer berust in de ontbinding, zij het onder toewijzing van een vergoeding.
Oordeel
De kantonrechter is van oordeel dat sprake is van een redelijke grond voor ontbinding, en wel als bedoeld in artikel 7:671b lid 1 sub a BW, in verbinding met artikel 7:669 lid 3 sub g BW, te weten een verstoorde arbeidsverhouding, zonder dat daarbij is gebleken dat die verstoorde verhouding aan een der partijen te wijten is, maar die wel zodanig is dat van de werkgever in redelijkheid niet meer kan worden gevergd om de arbeidsovereenkomst te laten voortduren, en dat er geen mogelijkheid tot herplaatsing is. De kantonrechter zal de arbeidsovereenkomst dan ook ontbinden en veroordeelt LVO om aan werknemer een transitievergoeding ad € 6.429,84 bruto te betalen.