Rechtspraak
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 25 september 2018
ECLI:NL:GHAMS:2018:3502
werknemer/Quadraam
Feiten
Werknemer heeft op 3 juni 2008 bij Quadraam gesolliciteerd naar een fulltime functie van docent Frans bij college X. Op 23 juni 2008 heeft Quadraam werknemer medegedeeld dat besloten is hem aan te stellen als docent Frans met ingang van 1 augustus 2008 tot en met 31 juli 2009. Op 30 juni 2008 heeft werknemer afdelingsleider B gebeld en gemeld dat hij in het verleden gezondheidsproblemen heeft gehad, een pacemaker heeft, dat hij daardoor een zekere gevoeligheid heeft voor stress, maar dat hij nu geheel genezen is. Werknemer heeft maar één verzoek aan Quadraam, namelijk zo min mogelijk te moeten wisselen van lokalen. B antwoordde dat dat waarschijnlijk geen probleem zal zijn. Op 29 september 2008 meldde werknemer zich ziek voor zijn werkzaamheden op de locatie Y. Na enkele werkhervattingen en ziekmeldingen (na 29 september 2008) meldt werknemer zich op 12 december 2008 ziek met migraine. Nadien heeft werknemer niet meer voor Quadraam gewerkt. Werknemer heeft in eerste aanleg gevorderd (1) een verklaring voor recht dat Quadraam tegenover hem toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van haar uit de arbeidsovereenkomst voortvloeiende verplichtingen en dat werknemer daardoor schade lijdt en heeft geleden, (2) Quadraam te veroordelen om de door werknemer geleden en nog te lijden schade, materieel en immaterieel, nader op te maken bij staat, aan hem te vergoeden. De kantonrechter heeft de vordering afgewezen. Tegen dit oordeel keert werknemer zich in hoger beroep.
Oordeel
Werknemer heeft gesteld, en Quadraam heeft niet weersproken, dat het advies van de arbo-dienst d.d. 1 juli 2008, slechts aan de roostermaker van één locatie is doorgegeven, en niet aan de roostermaker van de andere locatie. Als gevolg daarvan ontving werknemer een rooster dat niet aan het advies van de arbo-dienst voldeed. Nadat werknemer kenbaar had gemaakt dat dit rooster niet in overeenstemming was met het advies van de arbo-dienst, ontving hij een aangepast rooster. Verdergaande wijzigingen waren volgens Quadraam niet mogelijk, gelet op de voltijdse aanstelling van werknemer en de door hem gewenste mentortaken. Dat verdergaande roosterwijzigingen niet mogelijk waren, is door werknemer onvoldoende gemotiveerd bestreden. Meer in het bijzonder heeft werknemer niet weersproken dat hij solliciteerde op een voltijdse functie en hij daarbij geen melding maakte van zijn persoonlijke/medische beperkingen. Reeds uit de beperkte medische informatie die werknemer heeft verstrekt, valt op te maken dat werknemer op grond van die persoonlijke/medische situatie niet in staat was de voltijdse functie bij Quadraam uit te oefenen. Door daarvan tegenover Quadraam geen melding te maken, is werknemer tegenover Quadraam tekortgeschoten. Werknemer heeft voor zijn aanstelling aan Quadraam geen en na zijn aanstelling amper informatie verstrekt over zijn persoonlijke situatie, en aan de bedrijfsarts op 1 juli 2008 beperkte informatie. Dat heeft geleid tot een advies van de bedrijfsarts dat door Quadraam niet geheel is opgevolgd, maar wel grotendeels, voor zover het binnen de mogelijkheden van Quadraam lag. Werknemer heeft niet weersproken dat hij in de periode tussen de start van zijn werkzaamheden en zijn uitval eind september 2008, slechts acht middaguren heeft lesgegeven die buiten het advies van de bedrijfsarts vallen. Werknemer heeft onvoldoende onderbouwd dat die acht middaguren tot zijn uitval eind september 2008 hebben geleid. Het hof merkt daarbij op dat werknemer op 14 december 2008 aan Quadraam schrijft: '(…) Echter, de balans tussen inspanning en ontspanning was zoek, twee keer per week ging de wekker om 5 uur, 1 keer om half 6 (…).' Daaruit lijkt te volgen dat niet zozeer (de middaguren in) het rooster voor werknemer een te zware belasting opleverde, maar de algehele belasting van de voltijdsbaan die zich als gevolg van de wens van werknemer om zowel aan de onderbouw als de bovenbouw les te geven, afspeelde op twee locaties. Hiervan valt Quadraam echter geen enkel verwijt te maken. Het hof schaart zich daarmee achter het oordeel van de kantonrechter, dat het causaal verband tussen enerzijds het werk en de werkomstandigheden en anderzijds de uitval van werknemer eind september 2008 niet dan wel onvoldoende is komen vast te staan, en tevens dat Quadraam voldoende aan haar zorgplicht heeft voldaan. Het bestreden vonnis zal worden bekrachtigd.