Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 1 oktober 2018
ECLI:NL:RBROT:2018:8110
werkneemster/FPS Famous Pacific Shipping B.V.
Feiten
Werkneemster is op 1 juni 2010 in dienst getreden bij FPS Famous Pacific Shipping B.V. (hierna: FPS) als verkoper buitendienst. In de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is onder meer een non-concurrentiebeding opgenomen. Werkneemster heeft de arbeidsovereenkomst met FPS per 1 september 2018 opgezegd. Medio juli 2018 heeft werkneemster aan FPS laten weten voornemens te zijn in dienst te treden bij NVO Consolidation B.V. (hierna: NVO). FPS en NVO zijn op het gebied van het specialisme van internationale containergroupage concurrenten. Kort gezegd vordert FPS thans nakoming van het concurrentiebeding door werkneemster en vordert werkneemster schorsing van het concurrentiebeding.
Oordeel
De arbeidsovereenkomst tussen FPS en werkneemster is vóór 1 januari 2015 tot stand gekomen, zodat op grond van de Overgangsbepaling XXIIc van de Wet werk en zekerheid artikel 7:653 (oud) BW van toepassing is zoals dat vóór 1 januari 2015 luidde. Het concurrentiebeding is schriftelijk overeengekomen met een meerderjarige werknemer. In zoverre is het beding geldig overeengekomen. Werkneemster doet een beroep op artikel 7:653 lid 2 (oud) BW, waarin is bepaald dat de rechter een concurrentiebeding geheel of gedeeltelijk kan vernietigen op de grond dat, in verhouding tot het te beschermen belang van de werkgever, de werknemer door dat beding onbillijk wordt benadeeld. De kantonrechter oordeelt dat vanuit FPS absoluut geen gedragingen van slecht werkgeverschap aan de oppervlakte zijn gekomen, maar dat evenmin is gebleken dat werkneemster bij FPS een rooskleurige toekomst tegemoet ging. Zij is in de voorgaande jaren niet in aanmerking gekomen voor promoties. Thans geeft FPS te kennen dat werkneemster zich daar ook nooit voor heeft aangemeld, maar in een normale bedrijfsvoering zouden dergelijke wensen van medewerkers op initiatief van de werkgever aan de orde moeten komen. Dat dat in dit geval niet is gebeurd kan werkneemster niet worden verweten. Datzelfde geldt voor de toezegging van FPS dat werkneemster desgewenst een andere titel mag voeren in haar functie. Zo’n verandering zou vanuit de werkgever moeten komen. Als een werknemer zelf om zoiets moet vragen, dan is daarmee de positieve werking van een mogelijke verandering van een functietitel grotendeels al weggenomen voordat de wijziging is doorgevoerd. Zeker als zo’n toezegging (pas) komt in een juridische procedure. FPS betwist niet langer dat werkneemster er bij NVO (ook) op financieel vlak aanzienlijk op vooruit gaat (€ 1.750 bruto per maand). Dat zij dat mogelijk ook zou hebben als zij bij een werkgever in een andere branche aan de slag zou gaan maakt dat niet anders. Bovendien heeft werkneemster nu juist haar ambitie uitgesproken om zich (verder) te ontwikkelen in haar huidige specialistische werkzaamheden. Dat is in beginsel haar goed (grond)recht. Tegenover deze belangen van werkneemster stelt FPS zich op het standpunt dat een overgang van werkneemster naar NVO een bedreiging is voor haar bedrijfsdebiet door de bijzondere kennis van werkneemster die zij heeft opgedaan tijdens haar dienstverband bij FPS. De kantonrechter acht het niet aannemelijk dat werkneemster NVO, door een overstap naar NVO te maken, een positie verschaft waarbij sprake is van ongerechtvaardigd voordeel in de concurrentiestrijd met FPS. Het enkele feit dat FPS door zo’n overstap een goede werknemer verliest, en NVO een goede werknemer rijker wordt, is onvoldoende om tot een dergelijke conclusie te kunnen komen. Volgens bestendige jurisprudentie mag een concurrentiebeding niet worden gebruikt om goed personeel vast te houden. Alles overziend valt de belangenafweging in het voordeel van werkneemster uit. Dit geldt te meer nu het beding in geografisch opzicht behoorlijk ruim is, gelet op de reistijd die er met een afstand van 100 kilometer doorgaans is gemoeid. De kantonrechter schorst het concurrentiebeding dan ook met onmiddellijke ingang voor zover het beding ziet op de indiensttreding van werkneemster bij NVO.