Naar boven ↑

Rechtspraak

Stichting Trajekt/werkneemster
Rechtbank Limburg (Locatie Maastricht), 11 oktober 2018
ECLI:NL:RBLIM:2018:9806

Stichting Trajekt/werkneemster

Ontbindingsverzoek werkgever wegens verstoorde arbeidsverhouding met gebiedsmanager toegewezen. Wel transitievergoeding (die werkgever ook aanbood) maar geen billijke vergoeding.

Feiten

Werkneemster is sinds 14 augustus 2010 krachtens arbeidsovereenkomst voor 36 uur per week in dienst van Stichting Trajekt (hierna: ‘Trajekt’) in de functie van gebiedsmanager. Trajekt verzoekt dat de arbeidsovereenkomst ontbonden wordt op basis van de g-grond (een verstoorde arbeidsverhouding) en dat bij het bepalen van de einddatum rekening gehouden wordt met de tijd gelegen tussen de ontvangst van dit verzoekschrift en de datum van het geven van deze beschikking, onder toewijzing van een transitievergoeding die zij becijfert op € 16.542,51 bruto. Werkneemster is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding en aansturing van de medewerkers van Trajekt. Werkneemster staat hiërarchisch direct onder de directeur. Zij vormt samen met de directeur en de twee andere gebiedsmanagers (de heer X en mevrouw Y) het managementteam, de bestuurlijke top van Trajekt. Sinds februari 2016 is werkneemster verantwoordelijk voor drie teams, te weten het team Nazareth-Limmel, het team Wittevrouwenveld-Wyckerpoort en het team Heuvelland II (gemeenten Vaals, Gulpen-Wittem en Eijsden Margraten). In 2017 is Trajekt in een (in de lokale media breed uitgemeten) crisis verzeild geraakt en is de relatie met de gemeente Maastricht, haar grootste opdrachtgever, bekoeld. Bij brief van 24 april 2018 heeft de interim-bestuurder aan werkneemster te kennen gegeven dat hij geen gebruik meer zou maken van de diensten van werkneemster noch van die van de andere twee gebiedsmanagers (ze werden vrijgesteld van het verrichten van de overeengekomen werkzaamheden) en dat het zijn insteek was om op korte termijn besprekingen te starten om tot een einde van de dienstverbanden te komen.

Oordeel

Er is sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding, zodanig dat van Trajekt in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Die verstoring vindt haar oorzaak in de verwijten die Trajekt in feite het voltallige managementteam maakt, en daarmee dus ook de individuele leden daarvan, aangaande de (gezamenlijke) wijze van leidinggeven in de periode voorafgaand aan de ziekmelding van de directeur in juli 2017. Dat die manier van leidinggeven in belangrijke mate tot voornoemde crisis heeft geleid (zelfs tot het punt dat het bestaansrecht van Trajekt in gevaar is gekomen doordat de relatie met de gemeente Maastricht, haar grootste opdrachtgever, ernstig is beschadigd) staat onweersproken vast en werkneemster lijkt zich onvoldoende bewust te zijn van haar rol daarin, die zij bagatelliseert dan wel niet onderkent. Maar ook in de periode daarna is door drie opeenvolgende interim-bestuurders onafhankelijk van elkaar geoordeeld dat het managementteam niet in staat is het tij te keren. De laatste van die drie interim-bestuurders, C, die tevens de huidige interimbestuurder is, heeft het op grond daarvan zelfs nodig gevonden de drie gebiedsmanagers op non-actief te stellen en zag zich daarin gesteund door zowel de OR, RvT als de CLR (Cliëntenraad). Daarmee staat in deze procedure vast dat werkneemster geen voldoende draagvlak meer heeft bij Trajekt. Dat C heeft toegezegd dat de gebiedsmanagers zouden worden herplaatst, zoals werkneemster ook nog heeft aangevoerd, is door Trajekt ter zitting gemotiveerd betwist en is daarna niet vast komen te staan. Uit de stukken blijkt een dergelijke toezegging niet. Al met al dient de conclusie te luiden dat de kans op een verdere vruchtbare samenwerking tussen partijen, ook in een andere functie, nihil te achten is. De kantonrechter zal daarom de arbeidsovereenkomst met inachtneming van artikel 7:671b lid 8 onder a BW ontbinden, derhalve per 1 december 2018. De door Trajekt aangeboden en door werkneemster verzochte transitievergoeding zal worden toegewezen. Voor toewijzing van een ten laste van Trajekt komende billijke vergoeding aan werkneemster is geen aanleiding omdat van ernstige verwijtbaarheid aan de zijde van Trajekt niet gebleken is.