Naar boven ↑

Rechtspraak

FNV/Pattje Waterhuizen B.V.
Rechtbank Noord-Nederland (Locatie Groningen), 8 november 2018
ECLI:NL:RBNNE:2018:4560

FNV/Pattje Waterhuizen B.V.

Werkgeefster leeft overeenkomst (aangaande onder meer de toepasselijkheid van cao’s en het aanbieden van arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd) gesloten met FNV niet na. AVG-verweer faalt.

Feiten

Werkgeefster heeft zowel eigen werknemers als ingeleende werknemers via een payroll- c.q. uitzendbureau in dienst. FNV en werkgeefster hebben een overeenkomst gesloten waarin zaken zijn geregeld aangaande onder meer de toepassing van de Metalelektro- respectievelijk ABU-cao en de verplichting van werkgeefster om bepaalde werknemers vanaf 1 juli 2018 dan wel 1 januari 2019 een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aan te bieden. In essentie zijn partijen het niet eens over het antwoord op de vraag of werkgeefster gehouden is de overeenkomst volledig na te komen en zo ja, of sprake is van volledige nakoming aan de zijde van werkgeefster.

Oordeel

De vordering tot het staken van de onderaanbesteding en de inzet van (schijn-)zzp'ers is door werkgeefster niet weersproken. Ook de vordering tot het uitbetalen van een netto maandelijkse bijdrage van € 50 in de huisvestingskosten heeft zij niet betwist. Deze vorderingen liggen daarom voor toewijzing gereed.

De vordering tot het aanpassen van de werktijden heeft werkgeefster wel betwist. Volgens werkgeefster komt zij de gemaakte afspraken na omdat de door haar gehanteerde werktijden in overeenstemming zijn met de Arbeidstijdenwet. De kantonrechter volgt werkgeefster daarin vooralsnog niet. In de overeenkomst zijn partijen, zij het wellicht wat onhandig geformuleerd, overeengekomen dat het maximale aantal uren dat de werknemers om wie het hier gaat per week mogen werken zal worden teruggebracht van 56 uur naar 48 uur. Niet in geschil is dat deze werknemers nog steeds werkweken van 56 uur hebben. Werkgeefster komt de overeenkomst op dit punt dan ook niet na. De vordering om de werktijden aan te passen ligt daarom voor toewijzing gereed.

Partijen zijn overeengekomen dat werkgeefster desgevraagd aan FNV inzicht zal verstrekken in de beloning van de medewerkers van werkgeefster en mogelijke uitzendkrachten. Namens werkgeefster is ter zitting als verweer gevoerd dat zij dit inzicht niet kan verschaffen omdat het payroll- c.q. uitzendbureau de benodigde gegevens niet wenst te verstrekken, omdat het daarmee de geldende privacywetgeving zou overtreden. Naar het voorlopige oordeel van de kantonrechter kan dit verweer niet slagen, omdat FNV heeft gevorderd de benodigde gegevens desnoods geanonimiseerd toe te zenden. Daar komt bij dat werkgeefster, gelet op artikel 9.2 lid 6 van Metalektro-cao, zich ten aanzien van de beloning van uitzendkrachten ervan moet vergewissen dat het bepaalde in de leden 3 en 4 van dat artikel wordt toegepast. Dat het payroll- c.q. uitzendbureau de benodigde certificaten heeft en werkgeefster heeft verzekerd dat de uitzendkrachten correct worden beloond, is vooralsnog onvoldoende om aan te nemen dat werkgeefster aan deze vergewisplicht heeft voldaan. De vordering van FNV tot het toezenden van de afschriften zal daarom worden toegewezen.

FNV vordert ten slotte vrije toegang tot de scheepswerf van werkgeefster, teneinde een zelfstandig onderzoek door FNV mogelijk te maken naar de correcte naleving van hetgeen in dit vonnis wordt toegewezen. Werkgeefster verzet zich daartegen, omdat zij niet inziet waarom zij daaraan moet meewerken. De kantonrechter stelt vast dat in de overeenkomst niet is opgenomen dat werkgeefster aan FNV vrije toegang moet verlenen tot haar scheepswerf. Deze vordering zal dan ook worden afgewezen.