Nadomini/werknemer

Feiten

Werknemer is op 1 februari 2014 voor onbepaalde tijd in dienst getreden bij Nadomini. Met werknemer heeft op 6 februari 2018 een gesprek plaatsgevonden over de samenwerking met zijn leidinggevende. Tijdens dit gesprek zijn afspraken gemaakt om de sfeer op de werkvloer te verbeteren. Op 20 juni 2019 heeft werknemer zich ziek gemeld. Nadomini wijst werknemer erop dat hij zich telefonisch had moeten ziek melden, hetgeen hij niet heeft gedaan. Nadomini geeft aan werknemer te kennen dat zij de arbeidsovereenkomst wenst te beëindigen. Uit het bezoek bij de bedrijfsarts blijkt dat werknemer tot een nader te bepalen tijdstip arbeidsongeschikt is. Nadomini verzoekt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst te ontbinden primair op grond van disfunctioneren, omdat werknemer niet zou voldoen aan de voor de functie gestelde eisen en subsidiair op grond van een verstoorde arbeidsverhouding. Werknemer stelt primair dat sprake is van een opzegverbod en de arbeidsovereenkomst om deze reden niet kan worden ontbonden. Daarnaast voert werknemer verweer tegen het vermeende disfunctioneren en de vermeende verstoorde arbeidsrelatie.

Oordeel

De kantonrechter stelt vast dat sprake is van een opzegverbod. De bedrijfsarts heeft in september 2018 geoordeeld dat werknemer arbeidsongeschikt is. Als Nadomini dit oordeel in twijfel trekt, is het aan haar om een deskundigenoordeel aan te vragen. Dit heeft zij nagelaten. De kantonrechter oordeelt verder dat niet is vast komen te staan dat de verwijten van Nadomini geen verband houden met de arbeidsongeschiktheid van werknemer. Nadomini stelt weliswaar dat al langere tijd sprake is van disfunctioneren, maar dit ziet op de periode vóór 6 februari 2018. Nadien is door Nadomini onvoldoende onderbouwd dat sprake is van disfunctioneren en een degelijk verbetertraject. Nu het opzegverbod aan toewijzing van het ontbindingsverzoek in de weg staat, omdat het verzoek verband houdt met de ziekte van werknemer, wordt het verzoek van Nadomini afgewezen.