Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 27 november 2018
ECLI:NL:RBROT:2018:9722
Europese ondernemingsraad Alcoa European Works Council/Alcoa Nederland Holding B.V.
Feiten
Alcoa Nederland Holding maakt onderdeel uit van het Alcoa-concern (hierna te noemen: Alcoa), dat zich richt op het produceren van aluminium. Alcoa heeft binnen Europa vestigingen in onder meer IJsland, Noorwegen en Spanje. Binnen Europa zijn circa 3500 werknemers werkzaam, waarvan circa 1963 werknemers in Spanje. EWC is ingesteld als Europese ondernemingsraad voor de bedrijfsonderdelen van het Alcoa-concern. Tussen ECW en Alcoa is een overeenkomst gesloten (hierna: de ECW Agreement) waarin aan ECW onder meer informatie- en raadplegingsrechten zijn verleend. Op de ECW Agreement is Nederlands recht van toepassing. Alcoa start op of omstreeks 17 oktober 2018 in Spanje een consultatieproces met de Spaanse ondernemingsraden in verband met een mogelijk collectief ontslag van werknemers van haar vestigingen in Spanje, waar in totaal circa 700 werknemers werkzaam zijn. Alcoa stelt op die datum eveneens EWC op de hoogte van de aanvang van de consultatietermijn conform het Spaanse medezeggenschapsrecht met betrekking tot dit mogelijk te nemen besluit. Synchroon aan dit consultatieproces worden de vakorganisaties gehoord. ECW vordert in kort geding het overleg in het kader van het Spaanse werknemersstatuut te beëindigen en alle gevolgen van het overleg terug te draaien omdat haar raadplegingsrecht zou zijn geschonden in het kader van de sluiting van twee Spaanse vestigingen; dit besluit zou reeds door Alcoa zijn genomen.
Oordeel
Reeds een besluit genomen?
De Wet op de Europese Ondernemingsraden (hierna: de WEOR) strekt tot uitvoering van de Richtlijn inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad (Richtlijn 2009/38/EG). Richtlijn 2009/38/EG ziet op verstrekking van informatie aan en raadpleging van werknemers. Via een Europese ondernemingsraad wordt vorm gegeven aan deze informatie- en raadplegingsplicht. De informatie- en raadplegingsplicht geldt voor aangelegenheden met een transnationaal karakter. Een kwestie wordt als transnationaal beschouwd als zij van belang is voor de hele onderneming met een communautaire dimensie. Partijen houdt verdeeld of de mogelijke sluiting van twee vestigingen in Spanje kwalificeert als een grensoverschrijdende aangelegenheid in de zin van de WEOR, dan wel in de zin van de EWC Agreement. De voorzieningenrechter acht voldoende aannemelijk dat sprake is van een grensoverschrijdende aangelegenheid. Het gaat hier om circa twintig procent van het Europese personeelsbestand dat wellicht ontslagen gaat worden. Overigens lijkt Alcoa er zelf ook van uit te gaan dat sprake is van een grensoverschrijdende aangelegenheid. Alcoa heeft immers EWC al op de hoogte gesteld van haar voornemen. Volgens Alcoa is er echter nog geen definitief besluit genomen omtrent de beëindiging van de twee Spaanse vestigingen. Alcoa wijst er daarbij op dat zij op 17 oktober 2018 zowel EWC als de Spaanse ondernemingsraden heeft geïnformeerd over de voorgenomen reorganisatie van de twee vestigingen. Alcoa stelt daarbij voorts dat zij de in het Spaanse werknemersstatuut voorgeschreven in acht te nemen termijnen van overleg respecteert. De voorzieningenrechter stelt vast dat er tot op heden geen objectief bewijs voorhanden is dat het besluit tot sluiting van de twee Spaanse vestigingen al is genomen. Aan dit oordeel doet niet zonder meer af dat Alcoa volgens EWC inmiddels met de Spaanse vakbonden en medezeggenschapsorganen een consultatieproces heeft opgestart met onder andere als doel een eventueel sociaal plan af te spreken. Het bespreken van een sociaal plan en het bereiken van een akkoord daarover kan immers een relevante factor van betekenis zijn bij het bepalen van het definitieve standpunt van Alcoa om de twee Spaanse vestigingen al dan niet te sluiten. Er kan daarom voorshands niet worden aangenomen dat Alcoa haar rechtsplicht heeft geschonden om de Europese ondernemingsraad tijdig te informeren en te raadplegen.
Wie moet eerst geraadpleegd worden?
Partijen houdt voorts verdeeld of éérst EWC (volledig) geïnformeerd en geraadpleegd moet worden over de mogelijke sluiting van twee vestigingen in Spanje, voordat raadpleging op nationaal Spaans niveau plaatsvindt. EWC stelt echter, met een beroep op de Wet Melding Collectief Ontslag (WMCO), dat zij als eerste geïnformeerd en geraadpleegd moet worden. Naar voorlopig oordeel rust op Alcoa niet de verplichting om eerst EWC te consulteren alvorens zij in overleg treedt met Spaanse ondernemingsraden en vakbonden. De WMCO bepaalt juist dat de vakbonden tijdig op de hoogte gesteld moeten worden. Het beroep van EWC op de WMCO is derhalve onjuist. De EWC Agreement bepaalt evenmin dat EWC als eerste geconsulteerd moet worden.