Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgeefster
Rechtbank Rotterdam (Locatie Dordrecht), 20 december 2018
ECLI:NL:RBROT:2018:10808

werknemer/werkgeefster

Werkgeversaansprakelijkheid. Causaal verband tussen door werknemer verrichte laswerkzaamheden voor werkgeefster en longemfyseem aangetoond door deskundigenrapport. Voorschot van € 25.000 aan schadevergoeding toegewezen.

Feiten

In een tussenvonnis van 2 maart 2017 is een deskundige benoemd om antwoord te geven op de vragen (1) hoe groot hij de kans in het algemeen inschat dat blootstelling aan lasrook tijdens het werk longemfyseem kan veroorzaken en (2) hoe groot hij de kans acht dat het longemfyseem bij werknemer door (een combinatie van) andere factoren kan zijn veroorzaakt. Uit het rapport van de deskundige volgt dat de diagnose COPD met ernstig emfyseem kan worden gesteld. Volgens de deskundige wordt waarschijnlijk geacht dat blootstelling aan lasrook bij werknemer emfyseem heeft veroorzaakt.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt dat voor het aannemen van een oorzakelijk verband in de zin van ‘condicio sine qua non’ tussen de door werknemer voor werkgeefster verrichte werkzaamheden en het bij hem vastgestelde emfyseem voldoende is dat het met een redelijke mate van zekerheid kan worden vastgesteld. Het rapport van de deskundige biedt daarvoor voldoende grond. Volgens de deskundige is het oorzakelijk verband waarschijnlijk en moet de kans dat een onbekende factor de oorzaak is aanzienlijk lager worden geschat. De bezwaren van werkgeefster tegen het rapport leiden niet tot een ander oordeel. Voor toepassing van de leer van proportionele aansprakelijkheid bestaat geen aanleiding. Daarvoor zou slechts aanleiding bestaan indien er meer mogelijke oorzaken van de ziekte zijn gebleken en vanwege die meerdere mogelijke oorzaken met onvoldoende zekerheid kan worden vastgesteld dat het werken bij werknemer de oorzaak van de ziekte is. Dat is hier niet het geval. De kans op een onbekende oorzaak wordt door de deskundige op slechts 10% geschat. Werkgeefster heeft verder aangevoerd dat zij niet aansprakelijk kan worden gehouden omdat zij aan haar zorgplicht als bedoeld in artikel 7:658 BW heeft voldaan. Zij heeft daartoe echter slechts gesteld dat de luchtkwaliteit binnen de wettelijke normen is gebleven. Het enkele feit dat is voldaan aan het wettelijk minimum (wat op zichzelf wordt bevestigd in het deskundigenrapport) is echter onvoldoende om te kunnen concluderen dat werkgeefster aan haar zorgplicht heeft voldaan. De deskundige heeft immers wel geconcludeerd dat sprake was van gezondheidsrelevante blootstelling aan lasrook op basis van de gezondheidskundige grenswaarde van 1 mg/m3. Deze waarde werd al in 1993 aanbevolen door de Gezondheidsraad. Het verweer van werkgeefster wordt daarom verworpen. Werkgeefster is aansprakelijk voor de door werknemer geleden schade en dient een voorschot van € 25.000 aan werknemer te betalen. Voor de uiteindelijke vaststelling van de schade wordt verwezen naar de schadestaatprocedure.