Naar boven ↑

Rechtspraak

Stichting Christelijke Zonnehuisgroep IJssel-Vecht B.V./werkneemster
Rechtbank Overijssel (Locatie Zwolle), 11 februari 2019
ECLI:NL:RBOVE:2019:754

Stichting Christelijke Zonnehuisgroep IJssel-Vecht B.V./werkneemster

De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst vanwege een verstoorde arbeidsverhouding. Werkneemster heeft als eenhoofdige raad van bestuur een diepgaand verschil van inzicht met de raad van toezicht. Ook de OR heeft het vertrouwen in werkneemster opgezegd.

Feiten

Stichting Christelijke Zonnehuisgroep IJssel-Vecht B.V. (hierna: ZGIJV) is gespecialiseerd in het verlenen van zorg aan ouderen. Tussen partijen is ingaande 17 juli 2017 een arbeidsovereenkomst voor de tijd van vier jaren tot stand gekomen. Vanaf deze datum bekleedt werkneemster de functie van statutair bestuurder van ZGIJV. Zij vormt solitair de raad van bestuur (hierna: RvB). Naast een RvB kent ZGIJV ook een raad van toezicht (hierna: RvT). De RvT regelt onder meer de benoeming en het ontslag van de leden van de RvB. Op 18 oktober 2018 heeft de RvT een brief ontvangen (hierna: de 18-oktoberbrief) die is ondertekend door 30 medewerkers van ZGIJV. In deze brief is door de briefschrijvers gewezen op de onveilige situatie binnen ZGIJV. Daarnaast wordt in de brief melding gemaakt van een toenemend gevoel van onveiligheid bij de medewerkers. Meerdere ondertekenaars van de brief hebben lichamelijke klachten gekregen en hebben zich gemeld bij bedrijfsarts. Tot slot wordt in de brief vermeld dat het vertrouwen in de bestuurder is afgenomen. De RvT heeft de brief aan werkneemster laten lezen zonder de namen van de ondertekenaars aan haar te laten zien. Tussen de RvT en werkneemster is vervolgens besproken hoe met deze brief moest worden omgegaan. De RvT heeft aan de briefschrijvers meegedeeld de brief te zullen behandelen overeenkomstig de klokkenluidersregeling, wat onder meer betekende dat hun anonimiteit gewaarborgd bleef. Werkneemster heeft in reactie aan de RvT laten weten dat zij het van belang achtte in positie te blijven en de regie te blijven houden. Zij heeft zich tegen de toepassing van de klokkenluidersregeling verzet. De botsing van standpunten heeft ertoe geleid dat werkneemster op non-actief is gesteld en dat de verhouding tussen haar en de RvT sterk onder druk is komen te staan. Naar aanleiding van een intern bedrijfsonderzoek heeft de RvT besloten te streven naar de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met werkneemster. De OR heeft positief geadviseerd over het ontslagbesluit van de RvT. ZGIJV verzoekt dan ook ontbinding van de arbeidsovereenkomst met werkneemster vanwege een verstoorde arbeidsverhouding.

Oordeel

De kantonrechter overweegt dat de oorzaak van het huidige conflict een diepgaand verschil van inzicht betreft ten aanzien van de vraag hoe en door wie de 18-oktoberbrief behandeld diende te worden. Toen vervolgens uit het intern bedrijfsonderzoek volgde dat het vertrouwen in werkneemster bij een groot gedeelte van de geïnterviewde medewerkers zodanig ernstig was beschadigd en de samenwerkingsverbanden zodanig ernstig verstoord waren geraakt dat herstel niet meer mogelijk was, en de OR het vertrouwen in werkneemster had opgezegd, kwam de arbeidsverhouding tussen partijen nog verder onder druk te staan. In de huidige situatie is duidelijk dat de arbeidsverhouding tussen de RvT en werkneemster ernstig en duurzaam is verstoord. Het verschil van inzicht tussen partijen is diepgaand en een goede samenwerking, gebaseerd op wederzijds vertrouwen en respect, acht de kantonrechter niet meer haalbaar. Daarbij komt dat de positie van werkneemster bij ZGIJV een uiterst belangrijke is. Zij vormt immers het eenhoofdig bestuur. Die positie aan de top van de organisatie brengt met zich dat de onderlinge verhoudingen goed moeten zijn. Dat de OR het vertrouwen in werkneemster opgezegd heeft, onderstreept dat een vruchtbare voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet meer haalbaar is. De kantonrechter zal de arbeidsovereenkomst op grond van een verstoorde arbeidsverhouding ontbinden nu die verstoring zodanig is dat van ZGIJV in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst voort te zetten. Herplaatsing van werkneemster in een andere functie ligt niet in de rede. De kantonrechter ontbindt derhalve de arbeidsovereenkomst.