Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Inashco B.V.
Rechtbank Limburg (Locatie Maastricht), 6 maart 2019
ECLI:NL:RBLIM:2019:2130

werknemer/Inashco B.V.

Verzoek tot vernietiging van de opzegging van de arbeidsovereenkomst wordt afgewezen. Voldoende vast is komen te staan dat werknemer metalen heeft ontvreemd uit het bedrijfsproces.

Feiten

Inashco verleent diensten aan de afvalverbrandingsindustrie. In het kader van recycling worden waardevolle metalen en mineralen gewonnen uit het restproduct bodem-as. Tijdens het proces worden onder meer goud, zilver en koper van het restproduct gescheiden, welke metalen na die scheiding worden verkocht aan smelters in Europa. Werknemer is sinds 2013 werkzaam voor Inashco, aanvankelijk via uitzending/detachering maar vanaf 1 februari 2014 krachtens arbeidsovereenkomst in de functie van operator. In april 2018 kreeg Inashco een anonieme tip, inhoudende dat waardevolle metalen die gedurende het scheidingsproces vrijkomen, waaronder goud, door werknemers van Inashco worden ontvreemd. Naar aanleiding van die tip heeft Inashco contact gezocht met Hoffmann Bedrijfsrecherche B.V. en een onderzoek ingesteld. Vanwege onvoldoende duidelijkheid is uiteindelijk besloten het onderzoek tijdelijk te pauzeren totdat er meer zekerheid bestond over de exacte locatie waar het onderzoek zich op diende te richten. Begin oktober 2018 ontving Inashco nadere informatie inhoudende dat er toch nog goud werd ontvreemd door medewerkers en op welke plek het goud werd ontvreemd. Naar aanleiding van die informatie heeft Inashco het contact met Hoffmann hervat waarna de oorspronkelijke opdracht is voorgezet. Inaschco heeft op die plek vervolgens een camera geïnstalleerd en heeft op 2 november 2018 de opgenomen beelden bekeken. Aan de hand van genoemde beelden heeft Inashco geconcludeerd dat daaruit duidelijk blijkt dat vijf medewerkers, onder wie werknemer, goud en/of andere waardevolle materialen aan het zoeken/afromen en ontvreemden waren. In een gesprek van 14 november 2018 heeft werknemer ontkend goud te hebben ontvreemd. Op 16 november 2018 heeft Inashco de arbeidsovereenkomst met werknemer onverwijld opgezegd. Werknemer verzoekt de kantonrechter de opzegging van de arbeidsovereenkomst te vernietigen. Volgens werknemer is geen sprake van een dringende reden en is evenmin voldaan aan de onverwijldheidseis.

Oordeel

De stelling van werknemer dat niet aan het vereiste van onverwijldheid van artikel 7:677 lid 1 BW is voldaan, kan niet worden gevolgd. Dat Inashco na het bekijken van de beelden op 2 november 2018 zich nog heeft willen beraden over de te nemen stappen om vervolgens reeds op 12 november 2018 werknemer met haar verdenkingen te confronteren en twee dagen later over te gaan tot opzegging van de arbeidsovereenkomst, staat er allerminst aan in de weg om die opzegging als onverwijld aan te merken. Daarnaast oordeelt de kantonrechter dat de door Inashco gehanteerde dringende voor het ontslag op staande voet vaststaat op grond van hetgeen te zien is op de getoonde videobeelden, in samenhang met de daarbij gegeven mondelinge toelichting van Inashco en de niet overtuigende weerlegging van de gegronde vermoedens van Inashco door werknemer, en mede op grond van de verklaringen van collega’s dat werknemer metalen heeft ontvreemd. Het verzoek wordt derhalve afgewezen.