Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Kloek Personeelsdiensten B.V.
Rechtbank Den Haag (Locatie Gouda), 20 november 2018
ECLI:NL:RBDHA:2018:16263

werknemer/Kloek Personeelsdiensten B.V.

Het niet doen van een MIC-melding van de verdwijning van twee cliënten rechtvaardigt wel een waarschuwing, maar geen ontslag op staande voet. Daarnaast kan niet met voldoende zekerheid worden afgeleid dat werknemer de bil van zijn collega heeft aangeraakt met seksuele (bij)bedoelingen. Toekenning billijke vergoeding.

Feiten

Werknemer is op 1 januari 2018 voor de duur van 12 maanden bij Kloek in dienst getreden in de functie van Teamleider tegen een salaris van € 3.162,92 per vier weken exclusief 8 procent vakantiegeld en emolumenten. Werknemer is zijn werkzaamheden bij Kloek begonnen op haar zorglocatie voor dementerende personen te Roosendaal. Kloek heeft op 22 juni 2018 besloten om werknemer vanuit Roosendaal over te plaatsen naar haar zorglocatie voor dementerende personen te Amsterdam, aan welk besluit werknemer uitvoering heeft gegeven. In de periode voor de overplaatsing van werknemer naar Amsterdam, heeft Kloek bij herhaling met werknemer gesproken over zijn functioneren en daar kritiek op uitgeoefend. Kloek heeft werknemer op 6 juli 2018 op staande voet heeft ontslagen. Werknemer verzoekt een billijke vergoeding ex artikel 7:681 BW en een gefixeerde schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging.

Oordeel

Op zondag 1 juli 2018 is een cliënte van Kloek, nadat zij met toestemming van haar dochter een uitstapje had met een vriendin, verdwenen en uiteindelijk pas om circa 20.30 uur op de zorglocatie teruggekeerd. Werknemer had die dag op die locatie voor het eerst de late dienst en was niet ingewerkt, maar had als de enig aanwezige verpleger wel de verantwoording voor de gang van zaken op de locatie. Daarnaast is dezelfde avond gedurende een relatief korte periode ook een andere cliënt zoek geweest. Werknemer heeft, in strijd met de instructies van Kloek, van beide incidenten geen melding gemaakt door middel van het MIC-meldingsformulier. Kloek verwijt werknemer dat hij aan beide incidenten geen aandacht heeft besteed, geen MIC-melding heeft gedaan, niet naar behoren met de dochter heeft gecommuniceerd en haar niet zijn medeleven heeft betoond. Voor zover de dochter heeft gevraagd om haar steeds even te bellen om haar te laten weten of haar moeder al was gevonden, was haar verzoek om dat te doen wat veel gevraagd. Niet aannemelijk is dat werknemer zich niets van de verdwijning heeft aangetrokken, nu vast staat dat een van zijn collega’s in de stad naar haar is gaan zoeken. Dat de andere cliënt dezelfde avond ook zoek is geraakt, kan werknemer, die nu eenmaal niet zijn ogen steeds overal kan hebben, niet verweten worden. Dat werknemer in strijd met de instructies van Kloek geen MIC-melding heeft gedaan rechtvaardigt wel een waarschuwing, maar geen ontslag op staande voet. Verder verwijt Kloek werknemer dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan seksueel ontoelaatbaar gedrag jegens een jongere, ondergeschikte vrouwelijke collega. Werknemer heeft na het zetten van een intramusculaire injectie een vrouwelijke collega feedback gegeven en haar tijdens zijn feedback voorover laten bukken en haar bil aangeraakt op de plek waar zij zou moeten prikken, om haar te laten voelen dat in die houding de bilspieren aangespannen zijn. Ditzelfde heeft hij gedaan toen zij rechtop stond, om haar te laten voelen dat die spieren in die houding minder gespannen zijn. Niet kan met voldoende zekerheid worden afgeleid dat werknemer haar bil heeft aangeraakt met seksuele (bij)bedoelingen. Bij gebreke daarvan is het ervoor te houden dat werknemer die (bij)bedoelingen niet heeft gehad. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Kloek de arbeidsovereenkomst met werknemer in strijd met de wettelijke regels opgezegd. Op grond van artikel 7:681 lid 1 BW kan de kantonrechter op verzoek van werknemer, in plaats van vernietiging van het ontslag op staande voet, een billijke vergoeding toekennen. De hoogte van de billijke vergoeding is te bepalen op het loon dat werknemer genoten zou hebben indien zijn arbeidsovereenkomst zou hebben voortgeduurd. Als onweersproken zal derhalve een bedrag van € 19.768,25 bruto worden toegekend.