Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag (Locatie Den Haag), 18 december 2018
ECLI:NL:GHDHA:2018:3390
Ayers Rock Island B.V./werknemer
Feiten
Werknemer is op 9 november 1999 bij Ayers Rock in dienst getreden in de functie van administratief medewerker. Sinds haar oprichting was Ayers Rock gebonden aan de CAO Recreatie. In de CAO Recreatie is in artikel 25 bepaald dat er een verplichting is tot deelname aan de pensioenregeling. Vanaf 1 april 2013 valt Ayers Rock niet langer onder de werkingssfeer van de CAO Recreatie, maar wel onder die van de CAO Dagrecreatie. In de CAO Dagrecreatie is in artikel 21 bepaald dat er een mogelijkheid is tot vrijwillige aansluiting bij Stichting Pensioenfonds Recreatie voor de deelnemers aan de cao Dagrecreatie. In het besluit van 28 november 2013 van de staatssecretaris van SZW is de verplichte deelneming aan de Stichting Pensioenfonds Recreatie gewijzigd. Deze wijziging heeft tot gevolg dat ondernemingen zoals Ayers Rock niet (langer) verplicht zijn aan het pensioenfonds deel te nemen. Deze verplichting is vervallen met ingang van 3 december 2013. Partijen hebben op 30 april 2015 een vaststellingsovereenkomst gesloten, waarin is bepaald dat de arbeidsovereenkomst per 1 september 2015 eindigt. Daarnaast is er een finale kwijting in opgenomen. Het pensioenfonds heeft in een brief van 9 maart 2016 aan werknemer geschreven dat Ayers Rock hem als deelnemer per 4 december 2013 heeft afgemeld. Ayers Rock heeft tot 1 september 2015 elke maand een werknemersdeel van de pensioenpremie op het salaris van werknemer ingehouden. Het pensioenfonds heeft op 16 maart 2015 een bedrag van € 10.894,40 aan Ayers Rock (terug)betaald. In eerste aanleg heeft werknemer onder meer geëist dat Ayers Rock wordt veroordeeld tot de betaling van een bedrag van € 6.376,48 bruto als schadevergoeding. De kantonrechter heeft de eisen van werknemer voor het grootste deel toegewezen, omdat Ayers Rock had moeten meedelen dat zij van plan was de deelname aan het pensioenfonds te eindigen. Door dat niet te doen is Ayers Rock als goed werkgever tekortgeschoten. In hoger beroep eist Ayers Rock dat het vonnis van de kantonrechter wordt vernietigd.
Oordeel
De eisen van werknemer hebben tot doel dat zijn pensioenschade wordt vergoed. Deze schade is ontstaan doordat werknemer per 4 december 2013 als deelnemer aan het pensioenfonds is afgemeld.
Werknemer is het niet eens met de drie grieven van Ayers Rock. Hij heeft zich daartegen verweerd. Daarbij heeft hij nieuwe stellingen en verweren aangevoerd. Deze had hij niet in de procedure bij de kantonrechter aangevoerd. Het hof zal Ayers Rock de gelegenheid geven om op deze nieuwe stellingen en verweren te reageren. Die gelegenheid heeft zij namelijk nog niet gehad. Het gaat daarbij om de volgende nieuwe stellingen en verweren: (1) De CAO Recreatie is van toepassing vanwege een bepaling in de arbeidsovereenkomst. Deze bepaling is een incorporatiebeding. Met deze bepaling komen werkgever en werknemer overeen dat de CAO Recreatie van toepassing is. (2) De CAO Dagrecreatie heeft een minimumkarakter. Dat wil zeggen dat afspraken tussen werkgever en werknemer die beter voor de werknemer zijn dan wat in de cao is geregeld, geldig zijn. De CAO Dagrecreatie laat de voor werknemer geldende pensioenregeling daarom in stand. (3) Van een rechtsgeldige eenzijdige – enkel door Ayers Rock tot stand gebrachte – wijziging van de arbeidsovereenkomst is geen sprake. (4) Het Uniform Pensioenoverzicht (hierna: UPO) van 2014 verscheen pas in november 2015. (5) Bij het verlenen van de finale kwijting ging werknemer ervan uit dat zijn pensioenopbouw zou doorlopen tot einde dienstverband. De kwijting zag op andere rechten en plichten. Werknemer ging ervan uit dat de pensioenaanspraken niet onder de kwijting vielen. Door pensioenpremies te blijven inhouden tot de einddatum ging Ayers Rock daar kennelijk ook van uit. (6) Als de finale kwijting ook geldt voor de pensioenaanspraken, dan is deze kwijting niet geldig – anders gezegd: nietig. Artikel 11 strekt dan tot een zogenoemde gedwongen afkoop van pensioen en dat is nietig.