Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag (Locatie 's-Gravenhage), 18 juni 2019
ECLI:NL:GHDHA:2019:1453
Federatie Nederlandse Vakbeweging/werkgever
Feiten
Werkgever is een in Nederland gevestigde onderneming die zich bezighoudt met goederenvervoer over de weg. Van de 175 werknemers die bij werkgever in dienst zijn, zijn er een aantal als chauffeur werkzaam, die woonachtig zijn in het Verenigd Koninkrijk en de Engelse nationaliteit hebben. De Engelse chauffeurs rijden zowel in het Verenigd Koninkrijk als op het continent (België, Frankrijk, Nederland). Werkgever past de cao niet, geheel of gedeeltelijk, toe op de arbeidsovereenkomsten. Hij betaalt de Engelse chauffeurs volgens de in hun arbeidsovereenkomst opgenomen bepalingen. De op grond van de cao verschuldigde betalingen zijn hoger dan de betalingen die aan de Engelse chauffeurs worden gedaan. De Engelse chauffeurs ontvangen hun salaris in het Verenigd Koninkrijk en betalen belasting en premies, inclusief pensioenpremies, in het Verenigd Koninkrijk. FNV vordert in kort geding onder meer dat werkgever de cao correct naleeft en werkgever jegens FNV gehouden is om de Engelse chauffeurs te betalen overeenkomstig de cao. De kantonrechter in eerste aanleg heeft het verzoek van FNV afgewezen.
Oordeel
Toepasselijk recht
In de arbeidsovereenkomsten is gekozen voor Engels recht als het toepasselijke recht. De rechtskeuze mag er echter niet toe leiden dat de werknemer de bescherming verliest die hij zou genieten op grond van het zonder rechtskeuze toepasselijke (dwingend) recht. Daarmee staat ter beoordeling welk recht zonder rechtskeuze van toepassing zou zijn geweest op de arbeidsovereenkomsten. Daarvoor moet worden gekeken naar het gewoonlijk werkland. De Engelse chauffeurs starten, beëindigen en organiseren hun werkzaamheden in het Verenigd Koninkrijk, ontvangen instructies vanuit Nederland en rijden met van een Nederlands kenteken voorzien materieel dat zij meenemen naar hun huis in het Verenigd Koninkrijk. Werkgever heeft zich gedocumenteerd op het standpunt gesteld dat het door de Engelse chauffeurs verrichte vervoer hoofdzakelijk (voor 70%) wordt verricht in het Verenigd Koninkrijk. Op grond van voorgaande overwegingen is het hof voorshands van oordeel dat het Verenigd Koninkrijk moet worden aangemerkt als gewoonlijk werkland en het Engels recht het toepasselijk recht is.
Werkingssfeerbepaling cao
FNV stelt zich op het standpunt dat werkgever jegens FNV gehouden is de algemeen verbindend verklaarde cao toe te passen op al haar werknemers ook indien het Engels recht het toepasselijke recht is. Dat betoog faalt. Uit geen rechtsregel vloeit voort dat de FNV nakoming van een cao zou kunnen afdwingen ten behoeve van werknemers die niet onder werkingssfeer van die cao vallen. Beoordeeld dient dus te worden of de Engelse chauffeurs onder de definitie van werknemer c.q. de werkingssfeer van de cao vallen. De zinsnede 'Alle werkgevers en werknemers' in de werkingssfeerbepaling in de cao moet gelezen worden in samenhang met artikel 3 cao waarin de definitie van werknemer is dat hij zijn werkzaamheden voor de werkgever gewoonlijk verricht vanuit de in Nederland gevestigde onderneming. Naar voorlopig oordeel is werkgever dus niet gehouden om op grond van (uitsluitend) de werkingssfeerbepaling de cao toe te passen op de Engelse chauffeurs.