Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster c.s./New Life Kraamzorg B.V.
Rechtbank Limburg (Locatie Maastricht), 4 juni 2019
ECLI:NL:RBLIM:2019:5391

werkneemster c.s./New Life Kraamzorg B.V.

Werkneemsters hebben niet binnen de proeftijd een opzegging ontvangen. Ook is geen redelijke grond voor opzegging dan wel een ontslagvergunning van het UWV aanwezig. Het heeft er alle schijn van dat werkgeefster zich onvoldoende bewust is geweest van de wettelijke regels aangaande opzegging.

Feiten

Drie werkneemster zijn sinds respectievelijk 5 februari 2019, 1 februari 2019 en 1 februari 2019 krachtens arbeidsovereenkomst in dienst van New Life Kraamzorg (hierna: New Life) voor de duur van één jaar, alle drie met een proeftijd van één maand. Op 5 maart 2019 heeft New Life per e-mail aan werkneemsters bericht dat de arbeidsovereenkomsten binnen de proeftijd zullen worden ontbonden. Werkneemsters verzoeken primair de vernietiging van de opzegging van hun arbeidsovereenkomsten. New Life is in de procedure niet in rechte verschenen en is diezelfde ochtend failliet verklaard.

Oordeel

Onweersproken staat vast dat geen van de werkneemsters binnen de proeftijd een opzegging heeft ontvangen. Voorts is niet gebleken dat New Life ook maar gesteld heeft dat sprake is van een redelijke grond voor opzegging als bedoeld in artikel 7:669 lid 1 BW of dat een ontslagvergunning is aangevraagd bij het UWV. Het heeft er dan ook sterk de schijn van dat New Life zich onvoldoende bewust is geweest van de wettelijke regels aangaande het opzeggen van een arbeidsovereenkomst. Voor zover er al sprake is geweest van een opzegging van de arbeidsovereenkomsten door New Life, dan wordt die opzegging derhalve vernietigd, in alle drie de gevallen.