Naar boven ↑

Rechtspraak

OR Keolis Nederland B.V./Keolis Nederland B.V.
Rechtbank Overijssel (Locatie Zwolle), 24 juni 2019
ECLI:NL:RBOVE:2019:2167

OR Keolis Nederland B.V./Keolis Nederland B.V.

Bijlage cao moet zo worden uitgelegd dat buschauffeurs een aaneengesloten ‘plaspauze’ van vijf minuten mogen houden. Voorlopige voorziening na belangenafweging afgewezen, ondanks nietigheid besluit diensttijdenregeling wegens ontbreken instemming ondernemingsraad.

Feiten

Keolis verzorgt openbaar vervoer, onder meer in het concessiegebied Almere, en kent per concessiegebied een ondernemingsraad. Keolis voert jaarlijks in december een nieuwe dienstregeling in. Deze is veel besproken de laatste jaren, omdat de chauffeurs aandacht vragen voor toegenomen werkdruk. De toename in werkdruk wordt volgens hen onder meer veroorzaakt doordat het soms niet mogelijk is om tijdens een langere dienst van zo’n drie uur een ‘plaspauze’ te nemen. Tijdens onderhandelingen over een nieuwe cao Openbaar Vervoer hebben de cao-partijen ook over dit onderwerp gesproken. In het Onderhandelingsresultaat 2018-2020, dat op 1 juli 2018 is gesloten, is een aparte regeling over dit onderwerp opgenomen in bijlage 35. In die bijlage worden werkgevers gevraagd om reële onderbrekingen tijdens een dienst mogelijk te maken. Keolis heeft per 9 december 2018 een nieuwe dienstregeling ingevoerd, die op 5 mei 2019 is gewijzigd. De bijbehorende diensttijdenregeling voldoet (volgens de OR) niet aan de voorwaarden uit bijlage 35. De OR heeft daarom niet ingestemd met de diensttijdenregeling en toen Keolis deze toch invoerde, heeft hij de nietigheid van dat besluit ingeroepen. De OR wil dat de kantonrechter het Keolis verbiedt om uitvoering te geven aan de diensttijdenregeling binnen de onderneming waarvoor de OR is ingesteld, zonder voorafgaande instemming van de OR daarmee.

Oordeel

De ‘kenbare bedoeling van partijen’ bij bijlage 35 was om werkdruk te verlichten. De onderbreking van een dienst moet kunnen worden gebruikt voor bijvoorbeeld een sanitaire stop. Daarvoor zijn vijf minuten nodig. Dat betekent dat de regeling zo moet worden gelezen dat in 82,5% van alle diensten minstens één mogelijkheid bestaat tot een onderbreking van vijf minuten binnen 2,5 uur arbeidstijd. (En dus niet: meerdere reële kortere onderbrekingen die optellen tot de tijd die nodig is voor een plaspauze). De kantonrechter stelt de OR dus in het gelijk op het punt dat Keolis bijlage 35 niet juist heeft toegepast en dat de OR terecht zijn instemming heeft onthouden. Maar de gevraagde voorlopige voorziening kan niet worden gegeven, omdat een belangenafweging in het voordeel van Keolis uitvalt. Daarbij is het volgende van belang. Keolis is een bodemprocedure gestart, waarvan de uitspraak in september 2019 wordt verwacht. Verder is van 7 juli 2019 tot medio oktober van dit jaar de hoogzomerdienstregeling, met een eigen diensttijdenregeling, van toepassing. Daarbij komt dat de gevraagde voorlopige voorziening een bepaalde onzekerheid kent, omdat Keolis niet kan terugvallen op een andere diensttijdenregeling en de OR in de hand heeft wanneer Keolis aan de veroordeling voldoet (en dus kan bepalen hoe hoog de te verbeuren dwangsom wordt). Tot slot heeft Keolis een herhaaldelijke toezegging gedaan dat de buschauffeurs een sanitaire stop mogen houden wanneer dat maar nodig is. De kantonrechter weigert de gevraagde voorlopige voorziening.