werknemer/Sphere Nederland B.V. 

Feiten 

Werknemer heeft vanaf 14 september 1979 als scholier gewerkt bij de rechtsvoorganger van Sphere. Per 1 maart 1984 is hij aansluitend in dienst getreden bij de rechtsvoorganger van Sphere. Zijn laatste functie is accountmanager. Door zijn leidinggevende is werknemer op 28 april 2014 uitgenodigd voor een functioneringsgesprek, waarop werknemer afwijzend heeft gereageerd. Dat 'wordt toch oorlog', aldus werknemer. De volgende dag heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen de leidinggevende, werknemer en een derde (D). (D) heeft aangegeven dat partijen mogelijk een mediator moeten inschakelen. In het bijzijn van Toekomsttechniek hebben er een vijftal gesprekken plaatsgevonden. Daarin is naar voren gekomen dat werknemer geen vertrouwen meer heeft in zijn leidinggevende en een andere functie ambieert. De gesprekken hebben niet geleid tot een andere functie voor werknemer. Na uitval van een collega heeft werknemer een deel van diens taken overgenomen, waarbij (D) zich heeft ingespannen om, met inachtneming van de re-integratie van de collega, een functie voor werknemer te creëren waar hij meer op zijn plek zou zijn. Werknemer is een functie aangeboden met een rol in het Productie Management Team. Werknemer was tevreden met de functie-inhoud, maar wilde enkel zijn werkzaamheden voortzetten onder bepaalde voorwaarden, waaronder dat hij lid zou worden van het MT. Sphere heeft uitdrukkelijk kenbaar gemaakt dat er geen mogelijkheid is om lid te worden van het MT en dat zij ernstig teleurgesteld is over de weigering van werknemer om de functie te accepteren. Door de leidinggevende is een addendum opgesteld met aanvullende werkafspraken, maar werknemer heeft geweigerd deze te ondertekenen. In de periode van mei 2016 tot en met oktober 2016 heeft er een mediationtraject plaatsgevonden dat heeft geleid tot een vaststellingsovereenkomst, waarin partijen afspraken hebben gemaakt met betrekking tot de toekomstige samenwerking. Nadien is gebleken dat het arbeidsconflict niet is hersteld. In 2017 is er een nieuw automatiseringssysteem ingevoerd, waarbij diverse autorisaties van onder meer weknemer zijn ingeperkt. Op 9 januari 2018 heeft werknemer zich ziek gemeld. Per 19 juni 2018 heeft de bedrijfsarts werknemer volledig arbeidsgeschikt geacht en ten aanzien van het conflict een interventieperiode van twee weken geadviseerd. Er is vervolgens nog een mediationtraject gestart, hetgeen niet heeft geleid tot een oplossing. Sphere heeft ontbinding van de arbeidsovereenkomst verzocht op grond van een verstoorde arbeidsverhouding en verzocht daarbij te bepalen dat werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden, met toekenning van de transitievergoeding. Werknemer komt op tegen dit oordeel.

Oordeel

Het hof oordeelt dat met de constatering in oktober 2018 dat voor het herleefde arbeidsconflict geen oplossing via mediation kon worden gevonden, afdoende aannemelijk is geworden dat van een verstoorde arbeidsverhouding sprake was die tevens als diepgaand en structureel moet worden aangemerkt. Een voortzetting van het dienstverband is daarmee redelijkerwijs niet meer mogelijk, zoals Sphere ook heeft aangevoerd. Dat werknemer een andere visie is toegedaan maakt dat niet anders en onderstreept veeleer hoe verschillend partijen hun samenwerking beleefden als ook wat daarin werkbaar en acceptabel is. Sphere heeft zich daarbij voldoende ingezet voor herstel van de verhoudingen en herplaatsing in een andere functie. Er zijn immers vele onderlinge gesprekken gevoerd met behulp van derde en er is werknemer een andere functie aangeboden. Er is dan ook op goede grond tot een ontbinding van de arbeidsovereenkomst gekomen. Gelet op de diverse interventiepogingen van de zijde van Sphere, de tijdspanne daarvan en de aan werknemer geboden mogelijkheid van wisseling van functie, kan het hof niet tot de conclusie komen dat Sphere verwijtbaar heeft gehandeld, laat staan ernstig verwijtbaar. De verzochte billijke vergoeding wordt dan ook afgewezen.