Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Bravilor Bonamat B.V.
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 30 april 2019
ECLI:NL:GHAMS:2019:1523

werknemer/Bravilor Bonamat B.V.

Ontbinding vanwege bedrijfseconomische omstandigheden. Redelijk besluit tot reorganisatie is aannemelijk en Bravilor heeft voldoende herplaatsingsinspanningen verricht.

Feiten

Werkneemster heeft vanaf 4 september 2000 werkzaamheden verricht voor Bravilor en is laatstelijk per 1 januari 2010 de functie van Assembly Assistent gaan vervullen. Vanwege het overhevelen van de taken van werkneemster naar de afdeling Warehous zou haar functie op termijn komen te vervallen. Op 3 februari 2017 heeft Bravilor het UWV toestemming gevraagd voor opzegging van de arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische omstandigheden. Op 27 februari 2017 heeft werkneemster zich ziek gemeld. Bij beslissing van 22 maart 2017 heeft het UWV de door Bravilor gevraagde toestemming geweigerd omdat een concreet gedocumenteerd reorganisatieplan ontbrak waardoor niet was vast te stellen of de door Bravilor gewenste wijzigingen noodzakelijk waren voor een doelmatige bedrijfsvoering en waarmee de functie van Assembly Assistent zou komen te vervallen. Op 29 september 2017 heeft werkneemster zich hersteld gemeld bij Bravilor. Bij beschikking van 6 februari 2018 is het ontbindingsverzoek vanwege een verstoorde arbeidsverhouding van Bravilor afgewezen en het tegenverzoek tot wedertewerkstelling toegewezen. Aan die veroordeling is een termijn van twee maanden verbonden om Bravilor gelegenheid te geven om ofwel alsnog toestemming van het UWV te verkrijgen voor opzegging van de arbeidsovereenkomst, ofwel de werkhervatting van werkneemster voor te bereiden en mogelijk te maken. Bij beslissing van 27 maart 2018 heeft het UWV de gevraagde toestemming verleend. Met ingang van 1 juli 2018 heeft Bravilor de arbeidsovereenkomst opgezegd. De kantonrechter heeft in eerste aanleg het verzoek van werkneemster tot herstel van de arbeidsovereenkomst afgewezen.

Oordeel

Gelet op de door Bravilor overgelegde (financiële) stukken en de toelichting op de door haar voorgestane reorganisatie is voldoende aannemelijk geworden dat Bravilor voor een doelmatige bedrijfsvoering in redelijkheid heeft kunnen besluiten tot het nemen van kostenbesparende maatregelen en tot het laten vervallen van arbeidsplaatsen. Anders dan werkneemster heeft aangevoerd, is door de reorganisatie niet alleen haar functie opgeheven maar zijn in totaal acht arbeidsplaatsen komen te vervallen. Wat betreft de herplaatsing wordt het volgende overwogen. Partijen hebben gesproken over het onderzoeken van de mogelijkheid van een andere passende functie voor werkneemster. Vervolgens hebben zij gesproken over de functie van Assembly Worker als (enige) mogelijke passende functie voor werkneemster, afhankelijk van het oordeel van de bedrijfsarts over haar functionele mogelijkheden. In het op 18 januari 2017 aan werkneemster overhandigde schriftelijke stuk staat dat er voor haar geen passende functies zijn en dat, gelet op inhoud en niveau van de functie, de functie van Assembly Worker de enige geschikte is, dat die functie evenwel door zowel werkneemster als de bedrijfsarts niet geschikt was bevonden vanwege de medische beperkingen van werkneemster en dat bij alle kantoorafdelingen was geïnformeerd of daar werkzaamheden beschikbaar waren die aansloten op de competenties van werkneemster, echter zonder resultaat. Het hof is van oordeel dat Bravilor aldus voldoende herplaatsingsinspanningen heeft verricht. Gelet op het voorgaande komt het hof tot de conclusie dat sprake is van een redelijke grond als bedoeld in artikel 7:669 lid 3 aanhef en onder a BW en dat herplaatsing van binnen een redelijke termijn, al dan niet met behulp van scholing, in een andere passende functie niet mogelijk is, zoals ook door de kantonrechter is geoordeeld. Het hof ziet geen aanleiding om aan werkneemster een billijke vergoeding toe te kennen. Zoals reeds overwogen, is de arbeidsovereenkomst op goede gronden ontbonden. Verder is niet aan de orde dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst een gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van Bravilor.