Naar boven ↑

Rechtspraak

Werknemers/Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V.
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 28 juni 2019
ECLI:NL:RBAMS:2019:4753

Werknemers/Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V.

De cao ziet op KLM-grondpersoneel, maar het bereik van de mobiliteitsafspraken is niet beperkt tot het domein ‘grond’. Werknemers maken aanspraak op de suppletieregeling.  

Feiten

Werknemers zijn in dienst van KLM. KLM kent drie domeinen waarbinnen afzonderlijke cao’s van toepassing zijn: grond, cabine en vliegers. Binnen het domein ‘grond’ vond eind december 2016, begin 2017 een reorganisatie genaamd High Performance Organization (verder: HPO) plaats. Werknemers waren op dat moment allen werkzaam als teamleider binnen dat domein. In verband met HPO is een cao afgesloten onder de noemer 'Mobiliteitsafspraken 2015 KLM Grondpersoneel'. Werknemers zijn boventallig verklaard. Zij hebben gesolliciteerd naar de functie van Cabin Attendant, hebben een opleiding doorlopen en met hen is aansluitend een nieuwe arbeidsovereenkomst voor die functie gesloten. KLM heeft vanaf het moment dat zij hun nieuwe functie vervullen een suppletie uitgekeerd op basis van afspraken die in 2014 en 2015 tussen KLM en de werknemersverenigingen zijn gemaakt over mobiliteit van domein grond naar cabine. Werknemers vorderen een verklaring voor recht dat zij aanspraak maken op de suppletieregeling, met nabetaling van salaris met rentes, gebaseerd op het verschil tussen suppletie volgens de Mobiliteitsafspraken 2015 en de tot op heden uitgekeerde suppletie. Volgens hen staat nergens in de Mobiliteitsafspraken 2015 dat deze suppletieregeling niet geldt voor een overgang van domein grond naar cabine. Daarnaast vorderen zij afbouw van de onregelmatigheidstoeslag die zij voorheen hadden, conform de cao KLM-grondpersoneel.

Oordeel

De discussie tussen partijen gaat in de kern over de uitleg van de Mobiliteitsafspraken 2015. De kantonrechter volgt de door werknemers bepleite uitleg dat de cao ziet op KLM-grondpersoneel, maar dat het bereik van de mobiliteitsafspraken nergens met zoveel tot het domein grond is beperkt. Volgens KLM moet uit artikel 5 van de Mobiliteitsafspraken 2015 worden afgeleid dat voor een overgang van grond naar cabine een oude suppletieregeling geldt. De bestaande afspraken waarnaar in artikel 5 verwezen wordt, maken echter geen onderdeel uit van de Mobiliteitsafspraken 2015 en zijn ook niet als bijlage aangehecht. Uit de tekst van artikel 5 blijkt ook niet dat het erom gaat om financiële afspraken (art. 4) uit de Mobiliteitsafspraken 2015 opzij te zetten. Werknemers kunnen een beroep doen op artikel 4, en de suppletieregeling die daarin is opgenomen zal moeten worden toegepast. Dat werknemers een arbeidsovereenkomst hebben getekend met daarin een lager suppletiebedrag leidt niet tot een ander oordeel. De Mobiliteitsafspraken 2015 hebben immers de status van standaard-cao en partijen kunnen daarvan niet afwijken. De vraag die dan nog overblijft, is of werknemers ook aanspraak kunnen maken op de afbouwregeling van hun onregelmatigheidstoeslag. Niet ter discussie staat dat een dergelijke afbouwregeling niet gebaseerd kan worden op de Mobiliteitsafspraken 2015. De afbouwregeling ligt vast in de cao KLM-grondpersoneel. Een nadere toelichting is door hen echter niet gegeven, met name is niet uitgelegd op grond van welke bepaling(en) de afbouwregeling van toepassing zou zijn. Er is onvoldoende onderbouwd dat tussen partijen afspraken gelden op basis waarvan in de huidige situatie een afbouwregeling geldt voor de onregelmatigheidstoeslag. De kantonrechter wijst de vorderingen toe.

  • Rechters: C.W. Inden
  • Advocaten: A.A.W. Terpstra en L.E.J. Kiebert
  • Wetsartikelen: 12 Wet op de Collectieve Arbeidsovereenkomst
  • Onderwerpen: Uitleg
  • Trefwoorden: uitleg cao, suppletieregeling, mobiliteitsafspraken, cao-norm, afbouwregeling, onregelmatigheidstoeslag en reorganisatie