Naar boven ↑

Rechtspraak

Ryanair DAC/werknemer
Rechtbank Oost-Brabant (Locatie Eindhoven), 21 augustus 2019
ECLI:NL:RBOBR:2019:4906

Ryanair DAC/werknemer

Piloot zegt arbeidsovereenkomst onregelmatig op. Ryanair heeft ernstig verwijtbaar gehandeld door zelf een snelle beëindiging na te streven. De aanspraak van Ryanair op een gefixeerde schadevergoeding is daarmee naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.

Feiten

Werknemer is op 1 mei 2015 bij Ryanair DAC (hierna: Ryanair) in dienst getreden in de functie van piloot/gezagvoerder. In 2018 heeft Ryanair het besluit genomen de basis in Eindhoven per 5 november 2018 te sluiten, als gevolg waarvan de arbeidsplaatsen van alle werknemers op die basis inclusief die van werknemer zijn komen te vervallen. Op 12 oktober 2018 heeft werknemer met vijftien andere vliegers een kort geding aangespannen wegens de aankondiging van de sluiting van de basis. De voorzieningenrechter heeft op 1 november 2018 in die procedure beslist dat Ryanair in de gegeven omstandigheden niet had mogen besluiten de basis per 5 november te sluiten. Ryanair heeft op 1 november 2018 toestemming aan het UWV gevraagd de arbeidsovereenkomst op te zeggen. Werknemer heeft hiertegen verweer gevoerd en is samen met acht andere piloten gelijktijdig een procedure tot ontbinding van betreffende arbeidsovereenkomsten gestart. In de loop van die procedure heeft werknemer een nieuwe baan gevonden bij KLM en heeft hij zijn verzoekschrift in de bij de kantonrechter aanhangige ontbindingsprocedure ingetrokken. Werknemer heeft bij brief van 26 maart 2019 zijn arbeidsovereenkomst met Ryanair opgezegd tegen 27 maart 2019. Ryanair verzoekt onder meer veroordeling van werknemer tot betaling van de gefixeerde schadevergoeding. Ryanair legt aan dit verzoek ten grondslag dat de opzegtermijn voor werknemer één maand bedroeg en dat werknemer, door die opzegtermijn niet in acht te nemen, de arbeidsovereenkomst niet regelmatig heeft opgezegd.

Oordeel

Tussen partijen is niet in geschil dat de opzegtermijn voor werknemer één maand bedroeg. Ook is niet in geschil dat werknemer zich daar niet aan heeft gehouden. Daarmee is sprake van een onregelmatige opzegging van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter oordeelt desalniettemin dat in dit geval geen gefixeerde schadevergoeding verschuldigd is. In dat kader acht de kantonrechter het volgende van belang. Ryanair heeft met het indienen van een ontslagvergunning bij het UWV gestreefd naar een zo snel mogelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Werknemer heeft als gevolg van de sluiting van de basis geruime tijd geen reguliere werkzaamheden meer verricht en Ryanair heeft het voorstel van werknemer om (in afwachting van de beslissing op het door hem ingediende ontbindingsverzoek) te worden vrijgesteld van werkzaamheden zonder behoud van loon ongemotiveerd afgewezen. In de ontbindingsprocedures van de acht overige piloten is bij beschikkingen van 23 april 2019 geoordeeld dat Ryanair door de manier waarop de sluiting van de basis in Eindhoven heeft plaatsgevonden en zijn bejegening daarbij van de vliegers ernstig verwijtbaar heeft gehandeld waardoor een onwerkbare situatie is ontstaan die aan Ryanair is toe te rekenen. Hoewel werknemer zijn verzoekschrift in de ontbindingsprocedure heeft ingetrokken, geldt het oordeel van de kantonrechter dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van Ryanair ook ten opzichte van werknemer. Werknemer bevindt zich immers in dezelfde situatie als de andere acht piloten. In een situatie waarin de werkgever zelf streeft naar een zo snel mogelijke beëindiging van het dienstverband en hem in dat kader ernstig verwijtbaar handelen kan worden verweten, is het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat diezelfde werkgever aanspraak maakt op een vergoeding voor het niet in acht nemen van de opzegtermijn door de werknemer. De kantonrechter wijst het verzoek van Ryanair tot veroordeling van werknemer tot betaling van de gefixeerde schadevergoeding af.