Rechtspraak
Rechtbank Limburg (Locatie Maastricht), 22 augustus 2019
ECLI:NL:RBLIM:2019:7800
werknemer/werkgever
Feiten
Werknemer, een neef van werkgever, is op 1 september 2016 op grond van een arbeidsovereenkomst in dienst van werkgever getreden in de functie van algemeen medewerker in een coffeeshop. Met ingang van 1 mei 2019 ontvangt werknemer geen loon, laatstelijk € 3.160 bruto per maand, van werkgever. Ook is de vakantiebijslag in mei 2019 niet uitbetaald. Bij brief van 14 juni 2019 is werknemer op staande voet ontslagen. Werknemer vordert dat de voorzieningenrechter werkgever veroordeelt tot (1) betaling aan werknemer van € 6.193,60 bruto, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vervaldata tot de dag van voldoening; (2) betaling aan werknemer van € 3.160 bruto (vermeerderd met alle emolumenten) per maand vanaf 1 juni 2019, steeds te voldoen voor de 1e van de maand volgend op de maand waarop de loonbetaling betrekking heeft; en (3) verstrekking aan werknemer van de loonspecificaties vanaf 1 mei 2019 op straffe van een dwangsom van € 100 per dag voor elke dag dat werkgever na betekening van dit vonnis hier niet aan voldoet.
Oordeel
Werknemer stelt dat hij op grond van de arbeidsovereenkomst recht heeft op loon van € 3.160 bruto per maand. Verder stelt hij dat de gereserveerde vakantiebijslag in mei 2019 € 3.033,60 bruto bedraagt. Daarnaast voert hij aan dat werkgever met ingang van mei 2019 geen loon meer aan hem betaald heeft en dat in die maand evenmin de vakantiebijslag betaald is. Deze stellingen zijn door werkgever niet betwist, zodat van de juistheid daarvan uitgegaan wordt. Werkgever voert aan dat de arbeidsovereenkomst met werknemer bij brief van 14 juni 2019 op grond van een dringende reden onverwijld opgezegd is. Dit is geen valide argument om met ingang van 1 mei 2019 het loon en de vakantiebijslag niet aan werknemer te betalen. Een andere grond voor het niet betalen daarvan heeft werkgever niet gegeven. Hieruit volgt dat het in onderdeel 1 gevorderde bedrag van € 6.193,60 bruto (het loon over de maand mei 2019 en de gereserveerde vakantiebijslag) zal worden toegewezen. Ook de gevorderde maximale wettelijke verhoging over dat bedrag, waartegen werkgever geen (afzonderlijk) verweer heeft gevoerd, zal worden toegewezen. Verder zal de wettelijke rente vanaf de vervaldata worden toegewezen tot de dag van voldoening. De betalingstermijn zal, anders dan gevorderd, worden bepaald op 48 uur na de dag van betekening van dit vonnis. Het in onderdeel (2) gevorderde loon is slechts toewijsbaar tot 14 juni 2019. Het is namelijk voldoende aannemelijk dat in een (eventueel nog te voeren) bodemprocedure zal worden geoordeeld dat de arbeidsovereenkomst met werknemer op 14 juni 2019 is geëindigd. Daartoe wordt als volgt overwogen. Werknemer heeft ter zitting stellig ontkend dat de handtekening op het poststuk waaruit moet blijken dat de ontslagbrief is bezorgd en die door moet gaan voor zijn handtekening, zijn handtekening is. Uit de handtekening op het stuk van Post.nl blijkt met voldoende zekerheid dat op 15 juni 2019 een zich bevoegd in de woning vertoevende persoon de ontslagbrief in ontvangst heeft genomen. Zo die persoon die brief niet op de een of andere manier aan werknemer heeft gegeven, komt dat voor zijn risico. Er moet in dit geding dus worden uitgegaan van het feit dat werknemer op 15 juni 2019 de ontslagbrief heeft ontvangen. Uit artikel 3:37 lid 3 BW volgt dat de opzeggingsbrief daarom werking jegens werknemer heeft. De arbeidsovereenkomst is op grond van een dringende reden opgezegd op 14 juni 2019. Werknemer heeft niet binnen de vervaltermijn van artikel 7:686a lid 4 aanhef en sub a onder 2 BW verzocht om vernietiging van de opzegging. In een bodemprocedure zal een eventueel alsnog door werknemer ingediend verzoek daartoe gelet op het verstrijken van deze vervaltermijn naar alle waarschijnlijkheid afgewezen worden. Onderdeel (3) van de vordering, waartegen geen verweer gevoerd is, zal worden toegewezen, met matiging van de per dag gevorderde dwangsom en maximering daarvan.