Naar boven ↑

Rechtspraak

Stichting Moveoo/werknemer
Rechtbank Limburg (Locatie Roermond), 18 september 2019
ECLI:NL:RBLIM:2019:8407

Stichting Moveoo/werknemer

Ontbinding arbeidsovereenkomst van sociaal werker. Kantonrechter acht het aannemelijk dat sociaal werker zich schuldig heeft gemaakt aan grensoverschrijdend gedrag, zo volgt uit onderzoek door een onderzoeksbureau. Geen toekenning transitievergoeding wegens ernstig verwijtbaar gedrag.

Feiten

Werknemer is op 1 maart 2018 bij Stichting Moveoo (hierna: ‘Moveoo’) in dienst getreden en vervult thans voor 28 uren per week de functie van sociaal werker. Op 17 juni 2019 heeft Moveoo aan werknemer mondeling meegedeeld dat twee cliënten een klacht hadden ingediend over het gedrag van werknemer. Een cliënt klaagt erover dat werknemer seksuele toespelingen zou hebben gemaakt en de andere cliënt spreekt over een seksuele relatie met werknemer. Moveoo heeft aan werknemer verder meegedeeld dat zij een onderzoek zal instellen en dat werknemer voor een periode van 14 dagen op non-actief wordt gesteld. Op 11 juli 2019 heeft Moveoo met werknemer gesproken. Bij brief van dezelfde dag heeft Moveoo dat gesprek aan werknemer bevestigd, inhoudende – zakelijk weergegeven – dat uit het door Bureau Signum Interfocus ingestelde onderzoek is gebleken dat werknemer zich schuldig heeft gemaakt aan grensoverschrijdend gedrag, werknemer zich niet zou hebben gehouden aan de Gedragscode en de in het Personeelshandboek opgenomen regels en dat Moveoo ontbinding van de arbeidsovereenkomst zal nastreven. Moveoo verzoekt de kantonrechter de tussen haar en werknemer bestaande arbeidsovereenkomst te ontbinden, primair wegens ernstig verwijtbaar handelen van werknemer en subsidiair wegens een verstoorde arbeidsverhouding. Voorts verzoekt Moveoo om werknemer een contactverbod op te leggen.

Oordeel

Uit de rapportage van bureau Signum Interfocus blijkt in voldoende mate dat werknemer zich tijdens de uitoefening van zijn functie schuldig heeft gemaakt aan grensoverschrijdend gedrag. Uit de verklaringen van de door bureau Signum Interfocus gehoorde personen blijkt dat werknemer herhaaldelijk seksueel getinte opmerkingen tegenover die cliënten en medewerkers heeft gemaakt en/of die personen op een ongewenste en/of ongepaste wijze heeft aangeraakt. Een van de cliënten heeft verklaard dat zij een aantal maanden een seksuele relatie met werknemer heeft onderhouden. Werknemer heeft ontkend dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het maken van seksueel getoonde opmerkingen en voorts dat hij met een van de cliëntes een seksuele relatie zou hebben onderhouden. Volgens werknemer was de betreffende cliënte verliefd op hem en omdat hij die liefde op enig moment niet meer beantwoordde, heeft die cliënte als wraakactie een klacht tegen hem ingediend. Aan dat verweer kan echter weinig geloof worden gehecht. Het verweer van werknemer dat hij niet de kans heeft gekregen om zich te verweren gaat niet op. Uit de stukken blijkt dat werknemer op 10 juli 2019 door bureau Signum Interfocus is gehoord en dat daags daarna een gesprek heeft plaatsgevonden tussen Moveoo en werknemer. Tegenover de gedetailleerde verklaringen van de door bureau Signum Interfocus gehoorde cliënten en medewerkers staat de enkele blote ontkenning van werknemer. Mede gelet op het aantal belastende verklaringen is voldoende aannemelijk dat werknemer zich schuldig heeft gemaakt aan grensoverschrijdend gedrag en dat werknemer zich niet heeft gehouden aan de bij Moveoo geldende en bij werknemer bekende Gedragscode. Gelet op al het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat de door Moveoo naar voren gebrachte feiten en omstandigheden een redelijke grond opleveren voor ontbinding, zoals bedoeld in artikel 7:669 lid 3 sub e BW. De kantonrechter zal het verzoek van Moveoo toewijzen en de arbeidsovereenkomst ontbinden met ingang van 1 oktober 2019. De kantonrechter ziet geen aanleiding om werknemer een contactverbod op te leggen. Gesteld noch anderszins is gebleken dat werknemer sinds zijn op non-actiefstelling op 17 juni 2019 contact heeft gehad met cliënten en/of met medewerkers van Moveoo dan wel pogingen daartoe heeft ondernomen en er zijn ook geen concrete aanwijzingen dat werknemer voornemens is contact op te nemen met cliënten en/of met medewerkers van Moveoo.