Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Stichting
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 24 oktober 2019
ECLI:NL:GHSHE:2019:3890

werknemer/Stichting

Werknemer is meermaals aangesproken op zijn wijze van communiceren. Met werknemer is besproken dat Stichting hem zou begeleiden naar ander werk. Dat is mislukt. Sprake van ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding. Arbeidsovereenkomst terecht ontbonden.

Feiten

Werknemer is op 26 juni 2014 voor de duur van één jaar bij Stichting gedetacheerd en vervolgens per 15 juli 2015 voor onbepaalde tijd bij Stichting in dienst getreden. Op 30 maart 2017 heeft, naar aanleiding van een incident tijdens een open dag, een gesprek plaatsgevonden tussen werknemer en (indertijd) academiedirecteur X. In de brief, waarin de essentie van het gesprek is opgenomen, staat dat Stichting constateert dat de intenties en goede bedoelingen van werknemer niet goed overkomen bij de mensen met wie hij werkt. Op 7 april 2017 heeft er een planningsgesprek plaatsgevonden waarin werknemer volgens Stichting is gewezen op een aantal gebreken in zijn functioneren. Op 19 april 2017 volgde een nieuw gesprek. Volgens Stichting was er geen verbetering opgetreden en bleef er rondom werknemer sprake van een sfeer van conflicten. Bij brief van 13 juni 2017 heeft Stichting weknemer gevraagd om zijn taken per direct neer te leggen en na te denken over de wijze waarop het dienstverband kan worden beëindigd. Partijen hebben vervolgens gesprekken gevoerd, waarbij is overeengekomen dat Stichting werknemer zou begeleiden naar ander werk. De geboden begeleiding heeft echter niet geleid tot resultaat. Pogingen nadien om in der minne een oplossing te vinden om tot beëindiging van het dienstverband te komen, zijn op niets uitgelopen. In eerste aanleg heeft Stichting ontbinding van de arbeidsovereenkomst verzocht. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden op de g-grond. Daarnaast heeft de kantonrechter geoordeeld dat werknemer geen transitievergoeding toekomt, omdat een gelijkwaardige voorziening in de cao-hbo – die van toepassing is op de arbeidsovereenkomst – is opgenomen. Werknemer komt op tegen de beschikking.

Oordeel

Het hof stelt vast dat het incident tijdens een open dag op 16 maart 2017 een kantelpunt is geweest in de verhoudingen tussen partijen. Naar aanleiding daarvan hebben de diverse gesprekken plaatsgevonden. Werknemer betwist dat hij zich tijdens de open dag negatief over Stichting heeft uitgelaten, maar erkent dat zijn presentatie op de open dag niet naar behoren was. Tijdens het gesprek op 30 maart 2017 is daarnaast ook gesproken over de wijze van communiceren van werknemer. Na het functioneringsgesprek op 7 april 2017 is werknemer nogmaals erop gewezen dat de samenwerking met collega’s niet goed gaat en werken in teamverband moeizaam blijkt te zijn. Na de gesprekken verslechtert de relatie snel. Na het verhandelde tijdens de mondelinge behandeling staat vast dat werknemer had begrepen dat hij niet zou terugkeren naar de werkvloer na 12 juni 2017. Naar het oordeel van het hof is zowel verticaal als horizontaal gezien sprake van een verstoorde arbeidsverhouding. Dat Stichting zich op het standpunt stelt dat terugkeer niet tot de mogelijkheden behoort, dient naar het oordeel van het hof in rechte te worden gerespecteerd. Herplaatsing ligt niet in de rede. Stichting heeft zich verder naar het oordeel van het hof voldoende ingespannen om de verhouding te verbeteren. De arbeidsovereenkomst is terecht ontbonden. Ook het oordeel van de kantonrechter dat sprake is van een gelijkwaardige voorziening ten aanzien van de transitievergoeding wordt door het hof gevolgd. Uit de principeakkoorden is niet af te leiden dat de bedoeling van de cao-partijen is geweest dat naast de bovenwettelijke uitkeringsrechten aanspraak kan worden gemaakt op een transitievergoeding. De beschikking wordt bekrachtigd.