werknemer/werkgeefster

Feiten

Bij tussenarrest van 18 september 2018 is werkgeefster toegelaten te bewijzen dat een oud-werknemer (hierna: werknemer) twee van haar medewerkers actief heeft benaderd om in dienst te treden bij een door werknemer opgestarte bv (hierna: X B.V.).

Oordeel

Het hof acht werkgeefster geslaagd in deze bewijslevering. Daartoe is ten eerste van belang dat medewerker 2 bij e-mails van 11 februari 2015 en 19 februari 2016 aan werkgeefster heeft geschreven dat werknemer hem heeft benaderd om in dienst te komen bij X B.V. (en niet andersom). Verder heeft ook medewerker 1 op 22 februari 2016 per e-mail aan werkgeefster bevestigd dat werknemer hem heeft benaderd om voor hem te komen werken toen werknemer bezig was met het opstarten van zijn bedrijf en op zoek was naar personeel. Deze schriftelijke verklaringen worden bevestigd door de schriftelijk uitgewerkte verslagen van de telefoongesprekken tussen werkgeefster enerzijds en de medewerkers anderzijds. Tot slot volgt uit de getuigenverklaringen onder ede van werkgeefster en medewerker 1 nogmaals hetzelfde consistente verhaal. Daarmee staat vast dat werknemer het antironselbeding met werkgeefster tweemaal heeft overtreden. De door de rechtbank vastgestelde (gematigde) boete van € 10.000 is door werknemer verschuldigd.