werknemer/Compaxo Fijne Vleeswaren B.V.

Feiten

Bij beschikking van 19 maart 2019 heeft de kantonrechter Compaxo Fijne Vleeswaren B.V. (hierna: Compaxo) toegelaten tot bewijs van feiten en omstandigheden waaruit kan worden afgeleid dat zij redenen had om werknemer op 30 november 2018 op staande voet te ontslaan. Compaxo heeft als getuigen laten horen de heren A, B, C en D. Werknemer heeft afgezien van het horen van getuigen in de contra-enquête. 

Oordeel

De kantonrechter is van oordeel dat Compaxo door de afgelegde getuigenverklaringen heeft bewezen dat werknemer tijdens een woordenwisseling de heer A, teamleider van de heer D, plotseling gedurende werktijd in het gezicht heeft geslagen. Dat is door alle getuigen, behoudens de heer C, bevestigd. De klap was zo hard dat de heer A bijna is gevallen en hij daarna een rode plek in zijn nek had. Tussen partijen staat niet ter discussie dat een en ander op 27 november 2018 heeft plaatsgevonden. Bovendien staat naar het oordeel van de kantonrechter daarmee vast dat werknemer over zijn rol bij het voorval niet juist heeft verklaard aan Compaxo voorafgaand aan het ontslag op staande voet. Hij heeft ten onrechte gesteld dat hij zich niet agressief had gedragen en geen geweld had toegepast. Voorts heeft werknemer niet de stelling van Compaxo weersproken dat in het verleden (vergelijkbare) incidenten hebben plaatsgevonden, waarvoor hij meerdere malen zowel schriftelijk als mondeling was gewaarschuwd, waaronder een handgemeen in november 2017. De kantonrechter is van oordeel dat de bovengenoemde feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, een dringende reden voor een ontslag op staande voet opleveren, mede gelet op het feit dat werknemer geen persoonlijke omstandigheden heeft aangevoerd die tot een andere conclusie zouden kunnen leiden.