werkgeefster/werknemer

Feiten

BGY is op 5 april 2017 opgericht door GB Beheer B.V. en werknemer. Sinds de oprichting is werknemer werkzaam voor BGY. BGY houdt zich bezig met het ontwikkelen en produceren van kunstgrasgarens. Ten behoeve hiervan heeft BGY een grasgarenmachine (hierna: de machine). In de machine worden instellingen gezet die gebaseerd zijn op recepten van verschillende kunstgrasgarens. De recepten betreffen een overzicht van de verhoudingen van diverse grondstoffen. BGY is voornemens om de ontwikkeling en productie van kunstgrasgarens te beëindigen en de machine te verkopen aan een derde partij. Tussen partijen is vervolgens discussie ontstaan over de (financiële) afwikkeling en de beëindiging van het dienstverband tussen werknemer en BGY en over de vraag wie eigenaar is van de recepten voor de kunstgrasgarens alsmede de bijbehorende instellingen van de machine. Werknemer is op 26 september 2019 op staande voet ontslagen door BGY. BGY vordert in kort geding veroordeling van werknemer tot afgifte van onder meer de volledige en ongewijzigde recepten, machine-instellingen, logbestanden en WBSO-stukken, alsmede tot afgifte van e-mailcorrespondentie en toegang tot het e-mailaccount van werknemer.

Oordeel

Tussen partijen is primair in geschil wie eigenaar is van de recepten en machine-instellingen. De voorzieningenrechter overweegt hierover als volgt. Niet in geschil is dat werknemer zich vóór zijn indiensttreding bij BGY bij zijn eerdere werkgever onder meer bezighield met het onderzoeken, samenstellen en ontwikkelen van recepten voor (kunst)garens en dat hij hierover specialistische kennis heeft vergaard. Werknemer heeft zijn knowhow en ervaring – zo begrijpt de voorzieningenrechter – later eveneens toegepast in het ontwikkel- en productieproces van kunstgrasgarens bij BGY. BGY heeft haar stellingen dat zij eigenaar is (geworden) van de gevorderde recepten en machine-instellingen, in het licht van de gemotiveerde betwisting door werknemer, onvoldoende onderbouwd. Het is onder meer niet aannemelijk geworden dat werknemer zijn knowhow bij de oprichting in 2017 heeft ingebracht bij BGY. De voorzieningenrechter acht het voorshands onvoldoende aannemelijk dat de bodemrechter tot het oordeel zal komen dat BGY eigenaar is (geworden) van de recepten en machine-instellingen en dat werknemer deze daarom aan haar dient terug te geven. De vordering met betrekking tot de afgifte van WBSO-stukken komt evenmin voor toewijzing in aanmerking, nu werknemer gemotiveerd heeft gesteld dat hij deze al heeft afgegeven aan BGY en dat deze bovendien ter beschikking zijn via de accountant van BGY. Ten aanzien van de gevorderde afgifte van e-mailcorrespondentie en toegang tot het e-mailaccount overweegt de voorzieningenrechter dat BGY onvoldoende heeft onderbouwd dat werknemer zijn privé-e-mailaccount heeft gebruikt voor zakelijke e-mailcorrespondentie van BGY en dat werknemer in het bezit daarvan is. Afwijzing van de vorderingen van BGY volgt.