Rechtspraak
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 4 december 2019
ECLI:NL:RBMNE:2019:5899
eiseres/werkgever en vennoten
Feiten
Eiseres heeft een vordering op A (hierna: werknemer), die in dienst is bij gedaagde 1 (hierna: werkgever). Werknemer had een betalingsachterstand bij eiseres. Hij is in een arbitraal vonnis van stichting E-Court veroordeeld om die achterstand te betalen, en de voorzieningenrechter in Almelo heeft eiseres verlof tot tenuitvoerlegging verleend. Eiseres heeft executoriaal beslag gelegd op het loon van werknemer. Zij heeft werkgever gevraagd om de ‘derdenverklaring’ in te vullen, maar dat heeft werkgever niet gedaan. Eiseres vordert nu van werkgever betaling van de schuld van werknemer, dat is € 811,61 met rente en kosten. Werkgever heeft op de rolzitting mondeling verweer gevoerd. Eiseres heeft daarop schriftelijk gereageerd. Werkgever heeft de gelegenheid gekregen om daarop nog eens te reageren, maar dat heeft hij niet gedaan. Het vonnis is vervolgens door omstandigheden eenmaal uitgesteld.
Oordeel
Als iemand niet uit zichzelf zijn schulden betaalt, dan regelt de wet manieren om die betaling af te dwingen. Een van die manieren is loonbeslag. De schuldeiser legt dan beslag op het loon dat iemand van zijn werkgever moet krijgen. Daardoor wordt de werkgever dus betrokken bij de schulden van de werknemer: hij moet de schuldeiser betalen uit het loon dat de werknemer tegoed heeft. Dat begint met informatie geven. De werkgever moet binnen vier weken na de beslaglegging ‘verklaring doen’ aan de schuldeiser. Als de werkgever die informatie niet geeft, kan hij zelf veroordeeld worden om de schuld van zijn werknemer te betalen (art. 477a Rv). De deurwaarder die voor eiseres optrad, heeft werkgever gevraagd om die informatie. Werkgever heeft die niet gegeven, omdat de Belastingdienst al eerder beslag gelegd had op het loon van werknemer. Volgens werkgever kan er dan niet nog eens beslag gelegd worden. Dat klopt niet. Het is wel zo dat de werkgever het geld maar eenmaal hoeft af te dragen; de verschillende schuldeisers moeten dat dan onderling verdelen. Als er een tweede beslag gelegd wordt, moet de werkgever daarvoor opgeven wie er al eerder beslag gelegd hebben. Het is dus juist geen reden om de informatie niet te hoeven geven. Conclusie is dat werkgever de informatie ten onrechte niet heeft gegeven. Daarom zal werkgever zelf de schuld van werknemer moeten betalen. Eiseres heeft beslag gelegd voor € 817,02. Van werkgever vordert zij nu € 811,61. Het verschil zit in de rente (€ 1,57 meer) en de incassokosten (€ 6,98 minder). Het gevorderde bedrag is minder dan waarvoor beslag is gelegd, en de hoogte van het bedrag wordt niet betwist. Daarom wordt dit bedrag toegewezen. Tot slot noemt de kantonrechter dat bij een vennootschap onder firma de vennoten hoofdelijk aansprakelijk zijn voor schulden van de vennootschap. Daarom zullen de vennoten, gedaagde 2 en gedaagde 3, hoofdelijk veroordeeld worden. Dat wil zeggen dat eiseres ieder van hen voor het hele bedrag mag aanspreken, maar ook dat iedere betaling van één van hen geldt als een betaling van alle drie. Als één van hen een deel betaalt, vermindert de schuld dus voor alle drie.