Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Arnhem), 8 mei 2019
ECLI:NL:GHARL:2019:4063
werknemer/Kingspan Insulation B.V.
Feiten
In een brief van 25 oktober 2018 van de productiemanager aan werknemer is aangegeven dat is gesproken over het functioneren van werknemer en dat Kingspan niet tevreden is over het functioneren. Er wordt een verbetertraject ingezet van vier maanden. Afsluitend is opgenomen dat Kingspan overgaat tot beƫindiging van het dienstverband als aan het einde van het traject blijkt dat het functioneren niet op het gewenste niveau is. In de brief van 12 april 2018 heeft Kingspan aan werknemer meegedeeld dat zij van mening is dat werknemer zijn functioneren al met al niet op het gewenste niveau heeft gebracht en dat zij zich genoodzaakt ziet om de arbeidsovereenkomst met hem te beƫindigen. Kingspan heeft de kantonrechter verzocht de arbeidsovereenkomst te ontbinden. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden met ingang van 1 december 2018. Werknemer komt op tegen de beschikking.
Oordeel
Werknemer komt op tegen het oordeel van de kantonrechter (1) dat partijen het erover eens zijn dat sprake is geweest van een verbetertraject met duidelijk omschreven verbeterpunten, (2) dat sprake is van disfunctioneren en (3) dat herplaatsing van hem niet mogelijk is en van Kingspan niet kan worden gevergd. Het hoger beroep faalt. Het hof overweegt daartoe als volgt. De zaak gaat in de kern over de vraag of sprake is van disfunctioneren van werknemer. Het hof gaat uitgebreid in op de door Kingspan genoemde verbeterpunten van beweerdelijk disfunctioneren en oordeelt dat de gestelde feiten en omstandigheden die Kingspan aan het verzoek tot ontbinding wegens disfunctioneren ten grondslag zijn gelegd, voldoende volstaan. Werknemer voert daarnaast aan dat geen sprake is geweest van een deugdelijk verbetertraject. Het hof volgt werknemer hierin niet. Kingspan heeft bovendien, onvoldoende bestreden door werknemer, gesteld dat ook op een andere afdeling de punten waarop werknemer disfunctioneerde, in de weg stonden aan herplaatsing elders. Het hof is van oordeel dat ook herplaatsing niet aan de orde was. Het hoger beroep wordt verworpen.