Naar boven ↑

Rechtspraak

Compass Group Nederland B.V./werknemer
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 2 juli 2004
ECLI:NL:RBUTR:2004:AQ8502

Compass Group Nederland B.V./werknemer

(Oud recht) De arbeidsovereenkomst van werknemer kan niet gedeeltelijk worden ontbonden. Dit levert feitelijk een wijziging van de arbeidsovereenkomst op, waarvoor artikel 7:685 BW niet is bedoeld.

Feiten

Werknemer is op 1 juli 1998 in dienst getreden van Compass Group Nederland B.V. (hierna: Compass). Werknemer was laatstelijk werkzaam als cateringmedewerker B. Op de arbeidsovereenkomst is van toepassing de algemeen verbindend verklaarde CAO voor de Contract-cateringbranche (hierna: de CAO). Werknemer was tot 1 oktober 2003 werkzaam op het project FBU. Het FBU-project is toen overgenomen door Sodexho. Sodexho heeft werknemer op grond van artikel 11 lid 3 van de CAO een contract voor 30 uur per week aangeboden, welk aanbod werknemer niet heeft aanvaard, omdat het niet voldeed aan zijn wens om weer een arbeidsovereenkomst voor 40 uur per week te krijgen. Vervolgens heeft Compass werknemer met ingang van 1 november 2003 voor 30 uur per week vervangend werk aangeboden als cateringmedewerker B in het NS gebouw te Utrecht. Compass stelt niet in staat te zijn werknemer net als voorheen een contract voor 40 uur per week te bieden. Volgens werknemer werkt hij in de praktijk veel meer dan 30 uur per week. Compass verzoekt op grond van veranderingen in de omstandigheden primair gedeeltelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst met werknemer voor 10 uur per week. Subsidiair verzoekt zij algehele ontbinding van de arbeidsovereenkomst, onder de gelijktijdige toezegging door Compass van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur van 30 uur per week.

Oordeel

Zowel het primaire als het subsidiaire verzoek resulteert in een gedeeltelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Een dergelijk verzoek kan niet worden gehonoreerd. Het feitelijke resultaat zou immers een wijziging van de arbeidsovereenkomst zijn, waarvoor artikel 7:685 BW niet is bedoeld. Omdat Compass heeft aangegeven dat deze procedure aan haar kant (tevens) als proefprocedure dient, wordt ten overvloede nog het volgende overwogen. Compass heeft in  2003 aan de CWI toestemming gevraagd om de arbeidsovereenkomst met werknemer op te mogen opzeggen, onder de gelijktijdige toezegging dat aansluitend een nieuwe arbeidsovereenkomst met hem zou worden gesloten voor 30 uur per week. CWI heeft de toestemming onthouden. Compass is van mening dat dat oordeel in strijd is met het bepaalde in de CAO, nu daarin slechts de verplichting is neergelegd om het anciënniteitsbeginsel toe te passen per locatie en niet per bedrijfsvestiging. Omdat alle functies op de locatie zijn vervallen speelt het anciënniteitsbeginsel naar het oordeel van Compass in dit geval geen rol. De kantonrechter is van oordeel dat Compass er in het onderhavige geval niet in is geslaagd aannemelijk te maken dat zij binnen een straal van 30 kilometer rond de oude werkplek van werknemer binnen haar onderneming of concern geen vervangende arbeidsplaats met een arbeidsduur van 40 uur per week beschikbaar had. Het overleggen van een ongedateerd 'vacature overzicht Utrecht', waarvan niet duidelijk is welke periode het beslaat, is daartoe onvoldoende. Daarom wordt niet toegekomen aan de vraag of het anciënniteitsprincipe juist is toegepast. Geconstateerd moet worden dat de CAO in zoverre afwijkt van het bepaalde in artikel 4:2 van het Ontslagbesluit, waarop de CWI haar oordeel baseert. Die bepaling verplicht de CWI in beginsel tot toepassing van het anciënniteitsprincipe per bedrijfsvestiging. De kantonrechter is echter van oordeel dat in een ontbindingsprocedure in een geval als het onderhavige de bepalingen van de CAO zouden moeten prevaleren. Compass zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten.