Environ Systems B.V./werknemer

Feiten

Environ Systems B.V. (hierna: Environ) is een onderneming die zich bezighoudt met de handel in ondergrondse en bovengrondse afvalscheidingssystemen. Werknemer is op 1 september 2008 in dienst getreden bij Environ. Hij was laatstelijk werkzaam in de functie van commercieel directeur met een brutomaandsalaris van € 8.000 exclusief emolumenten. In de arbeidsovereenkomst van werknemer zijn een nevenwerkzaamhedenbeding en een boetebeding opgenomen. Gezien de slechte financiële situatie heeft werknemer op 21 februari 2017 Environ te koop aangeboden aan rechtspersoon A. Begin april 2017 is aan werknemer meegedeeld dat de exclusieve verkooprechten van Environ voor de verkoop van beton en tevens de mallen voor de betonbakken verkocht zijn aan rechtspersoon B. Werknemer heeft aangegeven dat deze verkoop invloed heeft op de overnamegesprekken met rechtspersoon A. In oktober 2017 heeft rechtspersoon A afgezien van de koop van Environ. Werknemer heeft in de periode tussen 3 april 2017 en 2 oktober 2017 in totaal 828 verlofuren opgenomen. In de periode van 1 april 2017 tot en met 31 maart 2018 vervulde werknemer naast zijn dienstverband met Environ tevens fulltime de functie van directeur bij rechtspersoon A. Partijen hebben op 15 januari 2018 een beëindigingsovereenkomst gesloten, op grond waarvan de arbeidsovereenkomst per 1 april 2018 is geëindigd en werknemer vanaf 1 januari 2018 tot einde dienstverband is vrijgesteld van zijn werkzaamheden. Environ vordert onder meer een verklaring voor recht dat werknemer zijn nevenwerkzaamhedenbeding heeft overtreden en betaling van een boete ter hoogte van € 369.000 van werknemer.

Oordeel

Werknemer was gehouden om aan Environ toestemming te vragen en dit schriftelijk te ontvangen alvorens nevenwerkzaamheden te verrichten. De kantonrechter komt tot de conclusie dat hiervan niet is gebleken. Met Environ is de kantonrechter het eens dat het onbegrijpelijk is waarom werknemer vooruitlopend op een mogelijke overname door rechtspersoon A al bij deze rechtspersoon in dienst zou moeten treden. Werknemer diende immers in die situatie gelijktijdig twee heren, zowel de koper als de verkoper, die mogelijk tegenstrijdige belangen hebben. Daarbij was de overname in oktober 2017 al definitief van de baan, terwijl werknemer ook na die datum nog in dienst is gebleven bij rechtspersoon A. Ook heeft werknemer in zijn eerste reactie op het vermoedelijke dubbele dienstverband de nevenwerkzaamheden niet erkend of ontkend. In het geval de nevenwerkzaamheden bij rechtspersoon A, zoals werknemer heeft betoogd, in alle openheid werden verricht, valt niet in te zien dat werknemer hier niet aan heeft gerefereerd. Tot slot is het niet vreemd dat Environ niet exact op de hoogte was van de wandelgangen van werknemer. Gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat werknemer het nevenwerkzaamhedenbeding heeft geschonden. De kantonrechter oordeelt echter dat de gevorderde boete van € 369.000 bovenmatig voorkomt, omdat de werkelijk geleden schade door Environ niet in verhouding staat tot de hoogte van de gevorderde boete. Daartoe is van belang dat Environ vanaf januari 2018 feitelijk niet meer bestaat. Daarnaast staat vast dat werknemer vanaf 1 januari 2018 vrijgesteld is van zijn werkzaamheden. De kantonrechter beschouwt de werkzaamheden die werknemer na 1 januari 2018 bij rechtspersoon A heeft verricht daarom niet als schadeplichtig verrichte nevenwerkzaamheden. De kantonrechter zal werknemer daarom veroordelen tot betaling van een bedrag van € 24.000 voor het overtreden van zijn nevenwerkzaamhedenbeding.