Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgeefster
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 17 december 2019
ECLI:NL:RBNHO:2019:10291

werknemer/werkgeefster

Werknemer maakt zich schuldig aan het ‘hardnekkig weigeren te voldoen aan redelijke bevelen of opdrachten door of namens werkgever verstrekt’ zoals bedoeld in artikel 7:678 lid 2 onder j BW door meermaals geen gehoor te geven aan instructies van het bestuur.

Feiten

Werkgeefster is een vereniging met een educatief karakter. Zij houdt een heemtuin van ca. 2 hectare in stand die onder meer door schoolklassen kan worden bezocht. Werknemer is op 1 december 2005 bij werkgeefster in dienst getreden. Laatstelijk vervulde werknemer de functies van beheerder kassencomplex en beheerder van de heemtuin. Bij brief van 3 juli 2019 heeft werkgeefster werknemer op staande voet ontslagen. Kort gezegd legt werkgeefster aan het ontslag op staande voet ten grondslag dat werknemer de Arbowetgeving niet heeft nageleefd en ongepast en onverantwoordelijk gedrag heeft vertoond ten aanzien van drie stagiaires. Daarnaast weigerde hij redelijke instructies van werkgeefster op te volgen en de illegaal geplaatste aquaria te verwijderen. Werknemer verzoekt onder meer vernietiging van het ontslag op staande voet, wedertewerkstelling en loondoorbetaling.

Oordeel

Werknemer heeft niet weersproken dat hij de stagiaires in strijd met de voorschriften te zwaar heeft laten tillen en dat de voorgeschreven veiligheidshesjes niet zijn gedragen. Het is de verantwoordelijkheid van werknemer als beheerder om daarop toe te zien. Evenmin heeft werknemer weersproken dat hij de instructies van het bestuur om geen Meergroentrui te dragen, het hek te sluiten en de aquaria te verwijderen niet heeft opgevolgd. Werknemer heeft aan deze instructies geen gevolg gegeven, omdat hij zijn eigen visie heeft op de noodzaak daarvan. Zo is het volgens werknemer niet nodig het hek te sluiten, omdat het belangrijker is bezoekers te trekken dan vandalisme of diefstal te voorkomen. Het is echter niet aan werknemer, maar aan het bestuur van werkgeefster om dat te bepalen. Wat betreft de aquaria heeft werknemer niet betwist dat deze niet voldeden aan de wettelijke vereisten waaraan werkgeefster gebonden is. Werknemer is echter van mening dat werkgeefster niet onder deze wettelijke regels zou moeten vallen. Dit is echter geen valide reden om de instructies van het bestuur te negeren. Evenmin is het aan werknemer te bepalen of de aquaria voldoen aan de eisen van representativiteit. Werknemer heeft niet weersproken dat hij meermaals is gewaarschuwd de instructies van het bestuur op te volgen. De eerdere gebeurtenissen in aanmerking genomen, was het niet verwijderen van de aquaria voor het bestuur terecht de druppel die de emmer deed overlopen. Weliswaar heeft werknemer nog aangevoerd dat hij het te druk had om de aquaria weg te halen en dat hij niet wist waar hij de aquariumdieren moest laten, maar het had op zijn weg gelegen dit aan het bestuur kenbaar te maken. Uit niets is gebleken dat hij dit heeft gedaan. De instructie van het bestuur om de aquaria te verwijderen, was een redelijke opdracht. Nu werknemer deze opdracht, hoewel daartoe meermaals in de gelegenheid gesteld, niet heeft uitgevoerd, heeft hij zich schuldig gemaakt aan het ‘hardnekkig weigeren te voldoen aan redelijke bevelen of opdrachten, hem door of namens de werkgever verstrekt’ zoals bedoeld in artikel 7:678 lid 2 onder j BW. Dit levert een dringende reden voor ontslag op staande voet op. Nu is geoordeeld dat het ontslag rechtsgeldig is, is het verzoek van werknemer niet toewijsbaar.