Rechtspraak
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 23 juli 2019
ECLI:NL:GHAMS:2019:2690
Werknemer & bedrijf X/Energie Service Noord-West C.V.
Feiten
ESNW heeft circa 45 regionale installatiebedrijven als commanditaire vennoten. De beherend vennoot van ESNW is Energie Service Beheer BV. (hierna: ESB). Op 18 februari 2010 is een overeenkomst gesloten tussen enerzijds ESB en anderzijds werknemer 1, welke overeenkomst als opschrift heeft ‘Arbeidsovereenkomst directeur ESNW c.v.’. Van 1 juni 2010 tot 1 januari 2016 was werknemer 1 (titulair) directeur van ESNW. Met ingang van 1 januari 2016 is op verzoek van werknemer tussen ESNW en bedrijf X een overeenkomst van opdracht gesloten op basis waarvan werknemer 1 de opdracht van directeur van ESNW bleef uitvoeren. Werknemer was verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding binnen ESNW. Op 5 juli 2016 heeft werknemer een verklaring getekend, waarin – kort samengevat – staat dat werknemer op 1 juni 2010 in dienst is getreden van ESNW en dat hij ernstig tekort is geschoten in het voor ogen houden van het belang van ESNW bij het (doen) uitvoeren van financiële rechtshandelingen. Verder staat in de verklaring dat werknemer ermee bekend is dat hij een mandaat heeft om rechtshandelingen te verrichten tot € 250.000 en dat hij voor bepaalde transacties geen toestemming heeft gevraagd of hiervan melding heeft gemaakt aan het bestuur. Ook staat in de verklaring dat werknemer financiële risico’s heeft genomen en dat het uiterst onzeker is of nog enige terugbetaling zal volgen. Werknemer zal zich volgens de verklaring maximaal inspannen om de nog uitstaande bedragen terugbetaald te krijgen en hij verbindt zich persoonlijk tot terugbetaling van voornoemde transacties. Ten slotte is werknemer volgens de verklaring € 110.000 verschuldigd aan ESNW, zijnde een kapitaalsinbreng door ESNW in Eco2Service BV. Werknemer heeft per brief d.d. 12 september 2016 zijn verantwoordelijkheid voor de ontstane situatie bevestigd. Werknemer is op 7 november 2016 op non-actief gesteld en ontheven van zijn taken en werkzaamheden. Op 30 november 2016 heeft ESNW de samenwerking met werknemer uit hoofde van de tussen ESNW en bedrijf X gesloten overeenkomst van opdracht beëindigd. ESNW heeft werknemer aansprakelijk gesteld voor de schade ten gevolge van het toerekenbaar tekortschieten en onrechtmatig handelen. De kantonrechter heeft de vorderingen toegewezen. Werknemer c.s. komen op tegen de vonnissen.
Oordeel
Werknemer voert in hoger beroep aan dat hij niet met ESNW, maar met ESB een arbeidsovereenkomst heeft gesloten, zodat de kantonrechter onbevoegd was. Op 18 februari 2010 is een schriftelijke arbeidsovereenkomst gesloten met als werkgever ESB en als werknemer werknemer. Het hof is van oordeel dat desalniettemin (ook) ESNW te gelden heeft als werkgever. De overeenkomst heeft als aanhef ‘Arbeidsovereenkomst directeur ESNW c.v.’. Werknemer verrichtte zijn werkzaamheden als directeur van ESNW, werd door ESNW betaald en op naam van ESNW werden hem maandelijks loonstroken verstrekt. Werknemer heeft op 5 juli 2016 een schriftelijke verklaring ondertekend, waarin is opgenomen dat hij, als directeur, in dienst is van ESNW.
Aansprakelijkheid werknemer
Met de kantonrechter is het hof van oordeel dat werknemer ter zake de transacties met X zowel bewust roekeloos als ook onrechtmatig heeft gehandeld en dat dit bewust roekeloos dan wel onrechtmatig handelen tot € 650.000 aan ESNW toegebrachte schade heeft geleid. Werknemer heeft twee betalingen verricht van € 650.000. Enkel het verrichten van dergelijke transacties, zonder het bestuur van ESNW hierover vooraf te raadplegen, is aan te merken als bewust roekeloos en ook onrechtmatig handelen. Nu de beherend vennoot, dat wil zeggen ESB, voor transacties met een belang van meer dan € 250.000 de schriftelijke toestemming behoefde van de andere vennoten, gold dit vereiste in ieder geval ook voor werknemer. De betaling aan Y behelsde het door ESNW overmaken van € 125.000, om daags daarna € 250.000 te zullen ontvangen. Reeds dat moet als hoogst speculatief en daarmee bewust roekeloos worden aangemerkt. Ten aanzien van de geldlening oordeelt het hof dat werknemer 1 onvoldoende gemotiveerd heeft gesteld aan deze geldlening te hebben voldaan.
Arbitraal beding
Bedrijf X is veroordeeld tot betaling van € 110.000, maar ESNW heeft te kennen gegeven haar eis met € 110.000 te verminderen, naar het hof begrijpt betrekking hebbend op deze post. Bedrijf X heeft zich beroepen op het in de (niet ondertekende) managementovereenkomst opgenomen arbitraal beding. Hij heeft aangevoerd dat hij (mondeling) akkoord is gegaan met het door ESNW gedane voorstel, houdende de schriftelijk vastgelegde managementovereenkomst. Het hof is met bedrijf X van oordeel dat een arbitraal beding ook mondeling tot stand kan komen. Bedrijf X zal daarom worden toegelaten bewijs te leveren dat er een geldig arbitraal beding is overeengekomen.