Naar boven ↑

Rechtspraak

X/HEMA Distributiecentrum B.V. c.s.
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 24 januari 2020
ECLI:NL:RBMNE:2020:234
Werkgever is aansprakelijk voor bedrijfsongeval na kantelen rolcontainer, met beenletsel tot gevolg. Werkgever schendt zorgplicht door gebruik te maken van rolcontainers die gevoelig zijn voor oneffenheden in de ondergrond en daardoor kunnen wankelen en omvallen.

Feiten

De heer X is vrachtwagenchauffeur. Hij heeft werkzaamheden verricht voor HEMA. Op 11 september 2015 heeft hij bij zijn laad- en loswerkzaamheden voor HEMA letsel opgelopen. Hij vervoerde producten in een rolcontainer vanuit de vrachtwagen naar de winkel. Daarbij is hij over een putdeksel in het trottoir gereden. De rolcontainer is gekanteld en tegen het been van X terechtgekomen, waardoor een wond aan zijn scheenbeen is ontstaan. X verzoekt voor recht te verklaren dat HEMA aansprakelijk is voor het ongeval en zijn schade moet vergoeden. HEMA wijst aansprakelijkheid af en voert aan dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt dat het op basis van de camerabeelden niet aannemelijk is dat de rolcontainer heel zwaar beladen was (de dozen die ervan af vielen werden met gemak weer opgetild). Wel is het aannemelijk dat X door het kantelen van de container verwond is. Daarmee is komen vast te staan dat hij in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade heeft geleden. De kantonrechter overweegt voorts dat X niet opzettelijk iets verkeerd heeft gedaan en ook niet roekeloos handelde. HEMA is dus aansprakelijk voor de gevolgen van het ongeval, tenzij zij aantoont dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan. HEMA stelt dat X de rolcontainer had moeten trekken in plaats van duwen. Dat X door HEMA is geïnstrueerd om de rolcontainer op die manier te gebruiken blijkt echter niet. In geen van de stukken die HEMA heeft overgelegd komt het onderwerp ‘instructie rolcontainers’ of iets dergelijks voor. De kantonrechter gaat daarom uit van de lezing van X dat een collega hem tijdens het inwerken heeft uitgelegd dat hij de rolcontainers altijd met de zwenkwielen naar zich toe moest verplaatsen en dat hij de rolcontainer moest laten gaan als deze dreigde te vallen. HEMA heeft haar stelling dat X een uitgebreide instructie heeft gekregen over het gebruik van rolcontainers niet aangetoond. De instructie om de rolcontainer te laten gaan als deze kantelt, was blijkbaar nodig omdat een rolcontainer het gevaar in zich bergt om te kantelen. HEMA heeft benadrukt dat er maar een kleine oneffenheid was. Kennelijk was de rolcontainer zo instabiel dat zelfs deze kleine oneffenheid voldoende was om hem aan het wankelen te brengen. Het is goed invoelbaar dat X op het moment dat de container ging wankelen in een impuls heeft gereageerd en heeft geprobeerd om te voorkomen dat de container zou omvallen. Dit nog afgezien van het feit dat het niet zeker is dat hij geen letsel zou hebben opgelopen als hij de instructie van HEMA om de container te laten gaan, wel zou hebben opgevolgd. Weliswaar is hier sprake van een ongelukkige samenloop, maar deze komt in dit geval voor risico van HEMA. HEMA maakt gebruik van deze rolcontainers die gevoelig zijn voor oneffenheden in de ondergrond en daardoor kunnen wankelen en omvallen. Dit is niet vergelijkbaar met de situatie dat een gewoon gebruiksvoorwerp zoals een trapje of een keukenmes bij de uitvoering van de werkzaamheden heeft geleid tot letsel. De conclusie is dan ook dat HEMA aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval. X maakt aanspraak op een bedrag van € 10.394,25.