Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Stichting Landstede
Rechtbank Overijssel (Locatie Zwolle), 16 december 2019
ECLI:NL:RBOVE:2019:5033
De vordering tot nakoming van de verplichting tot herplaatsing is niet toewijsbaar nu werkgever reeds een volledig herplaatsingsplan voorhanden heeft. De bij werkneemster levende twijfel, meer nog haar wantrouwen, maakt dat werkneemster deze werkzaamheden niet is gaan verrichten.

Feiten

Werkneemster is op 1 augustus 2002 in dienst getreden bij de rechtsvoorganger van Landstede. Zij was tewerkgesteld op de International School Eerde. De International School Eerde is door Landstede per 1 augustus 2016 ondergebracht in de Internationale School Eerde B.V. Met ingang van 15 augustus 2017 zijn de werkzaamheden van werkneemster bij deze school beëindigd. Nadien zijn gesprekken op gang gekomen over een passende, nieuwe baan en heeft werkneemster in de loop van de tijd andere werkzaamheden verricht. Op enig moment heeft Landstede werkneemster een takenpakket aangeboden, destijds verstrekt in productie 10. Vandaaruit had werkneemster begeleid kunnen worden naar een voor haar passende functie, aldus Landstede. Werkneemster is de werkzaamheden niet gaan verrichten, omdat volgens haar onvoldoende zeker was of alle werkzaamheden wel echt beschikbaar waren. Werkneemster wilde duidelijkheid en helderheid over het precieze takenpakket en verwacht een concreet aanbod in een andere functie. Landstede heeft nadien de werkzaamheden nader geconcretiseerd en aan werkneemster toegezonden. Werkneemster heeft vervolgens een aantal voorwaarden geformuleerd alvorens aan het werk te willen gaan. Landstede heeft gemotiveerd laten weten met een aantal voorstellen niet akkoord te kunnen gaan. Werkneemster vordert Landstede onder meer te veroordelen tot wedertewerkstelling van werkneemster in de functie als bedoeld in de door Landstede in haar productie 10 overgelegde functiebeschrijving.

Oordeel

De werkzaamheden van productie 10 zijn volgens Landstede niet onder een bepaalde functie te scharen die voorkomt in haar functieboek. Een functie is een samenstel van werkzaamheden zoals dat is vastgelegd in het functieboek van de instelling. Uit de vordering van werkneemster volgt logischerwijze dat de werkzaamheden die in productie 10 zijn beschreven ook in haar visie passend zijn, zodat over de vraag of sprake is van aangeboden passende arbeid geen geschil tussen partijen bestaat. Haar vordering kan immers ook zo worden uitgelegd dat zij tot die werkzaamheden wil worden toegelaten. Zo beschouwd vordert werkneemster nakoming van de herplaatsingsplicht hoewel dat helemaal niet nodig is, omdat vaststaat dat Landstede aan haar de werkzaamheden opgesomd in productie 10 al lang en bij herhaling heeft aangeboden. Landstede is nog steeds bereid die werkzaamheden door werkneemster te laten verrichten. Het is geen tekortkoming van Landstede maar de bij werkneemster levende twijfel, meer nog haar wantrouwen, die maakt dat werkneemster de werkzaamheden van productie 10 niet is gaan verrichten. Het is op zichzelf wel begrijpelijk dat werkneemster vooral eerst duidelijkheid en structuur wil. Zij heeft immers jarenlang de redelijk unieke, vastomlijnde functie van mediathecaris binnen één nevenvestiging van Landstede bekleed, welke functie haar van de ene op de andere dag is ontnomen. De nu door haar vooraf verlangde duidelijkheid en structuur kunnen echter alleen worden gegeven als binnen het functiegebouw van Landstede een voor haar geschikte vacature vrijkomt. Zolang dat niet het geval is, kan in redelijkheid niet van Landstede worden verlangd dat zij dan maar ten behoeve van werkneemster een functie creëert, zo dat al zou kunnen. De vordering van werkneemster is derhalve niet toewijsbaar.