Naar boven ↑

Rechtspraak

HTM Personen Vervoer N.V./werknemer
Rechtbank Den Haag (Locatie Den Haag), 11 maart 2020
ECLI:NL:RBDHA:2020:2160
Trambestuurder die tijdens rit uit tram stapt en moedwillig stenen tussen wissel op naastgelegen spoor plaatst, handelt ernstig verwijtbaar. Ontbinding (e-grond) zonder toekenning transitievergoeding.

Feiten

Werknemer is sinds oktober 2016 werkzaam als Bestuurder Railvoertuig bij HTM Personen Vervoer N.V. (hierna: HTM). Werknemer is gebonden aan Het Reglement Metro. In de avond van 23 oktober 2019 heeft werknemer een tramrit uitgevoerd. Op het traject bevindt zich wissel W806 (hierna: de wissel). Nabij de wissel is werknemer omstreeks 23:36 uur tot stilstand gekomen. Hij is daarna uit zijn tram gestapt. Vervolgens is hij richting het naastgelegen spoor gelopen en heeft hij een bukkende beweging gemaakt bij de wissel. Vervolgens is hij met de tram verder gereden. Twintig minuten later ontving HTM een melding dat de wissel niet functioneerde. Op 24 oktober 2019 om 02:48 uur heeft de storingsploeg aan HTM laten weten stenen tussen de wissel te hebben aangetroffen. Op 29 oktober 2019 heeft tussen HTM en werknemer een gesprek plaatsgevonden. HTM heeft werknemer gevraagd waarom hij op 23 oktober 2019 is gestopt met zijn tram. Werknemer heeft verklaard dat hij een egel zag op het spoor en dat hij die egel wilde redden. Die ‘egel’ bleek een blikje te zijn, aldus werknemer. Na afloop van het gesprek is werknemer door HTM naar huis gestuurd. Op 31 oktober 2019 heeft HTM een brief verzonden aan werknemer, waarin zij zich op het standpunt stelt dat werknemer op 23 oktober 2019 stenen tussen de wissel heeft gelegd en dat dit gedrag ernstig verwijtbaar is. HTM verzoekt de arbeidsovereenkomst met werknemer te ontbinden, onder meer vanwege (ernstig) verwijtbaar handelen van werknemer.  

Oordeel

HTM heeft ter onderbouwing van haar standpunt camerabeelden en foto’s overgelegd, waarop de handelingen van werknemer en de door het opsporingsteam gevonden stenen tussen de wissel te zien zijn. Gelet op de goed onderbouwde stelling van HTM had het op de weg van werknemer gelegen om de stelling van HTM geloofwaardig te ontkrachten. Dat heeft werknemer naar het oordeel van de kantonrechter niet gedaan. Werknemer heeft weliswaar aangevoerd dat hij met zijn tram is gestopt omdat hij dacht dat hij een egel op het spoor zag lopen, terwijl dat volgens werknemer in werkelijkheid een blikje bleek te zijn, maar de kantonrechter acht het – net als HTM – niet waarschijnlijk dat werknemer in het donker in een (relatief gezien) snel rijdende tram op een afstand van ongeveer 50 meter een egel of blikje heeft kunnen zien die of dat zich bevond op het naastgelegen spoor. De enige mogelijke verklaring is, naar het oordeel van de kantonrechter, dat werknemer de stenen doelbewust tussen de wissel heeft gelegd. Hierbij weegt ook mee dat werknemer stelt dat hij nabij de wissel een blikje heeft aangetroffen, maar dat niet heeft opgepakt of weggegooid. Als werknemer het noodzakelijk achtte de tram voor een egel te stoppen, uit te stappen en – met alle levensgevaarlijke risico’s van dien – over het spoor te lopen, dan had in redelijkheid van hem verwacht mogen worden dat hij het aangetroffen blikje in ieder geval had verwijderd (al was het maar om soortgelijke incidenten voor collega’s te voorkomen). De kantonrechter volgt HTM dan ook in haar stelling dat werknemer op 23 oktober 2019 moedwillig stenen tussen de wissel heeft geplaatst. Werknemer heeft daarmee in strijd met Het Reglement Metro gehandeld, zijn verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst grovelijk geschonden en ernstig verwijtbaar gehandeld. Ontbinding van de arbeidsovereenkomst volgt. Werknemer heeft geen recht op de transitievergoeding. De kantonrechter acht de door werknemer naar voren gebrachte omstandigheden dat hij altijd goed heeft gefunctioneerd, dat hij weinig kans heeft op een vergelijkbare baan, dat hij een dochtertje heeft en dat hij psychische klachten heeft, van onvoldoende gewicht dat deze tot het oordeel dienen te leiden dat werknemer toch recht heeft op een (gedeeltelijke) transitievergoeding.