Rechtspraak
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 27 februari 2020
ECLI:NL:RBAMS:2020:1670
Feiten
Werknemer is op 1 november 2018 voor de duur van zeven maanden bij werkgever in dienst getreden als oproepkracht. Op de arbeidsovereenkomst is de cao Horeca en Aanverwante bedrijven van toepassing verklaard waaruit volgt dat de loondoorbetaling bij ziekte 95% bedraagt. Per brief van 5 juni 2019 heeft werkgever de arbeidsovereenkomst met werknemer voortgezet. Werknemer heeft zich vervolgens op 10 december 2019 ziek gemeld. Over december 2019 heeft werknemer geen salaris gehad. Op 10 januari 2020 heeft werknemer een e-mail aan werkgever gestuurd waarin hij opmerkt dat de bedrijfsarts geen contact heeft opgenomen en hij zijn salaris niet heeft ontvangen, met het verzoek om het salaris uit te betalen en een afspraak bij de bedrijfsarts in te plannen. In zijn reactie hierop vermeldt werkgever dat werknemer zelf in november 2019 ontslag heeft genomen. Werknemer heeft dit bericht van werkgever opgevat als een ontslag op staande voet. Zowel namens werknemer als namens werkgever zijn verschillende verklaringen afgelegd. Daarnaast heeft werknemer een aantal foto’s overgelegd. Werkgever heeft ten aanzien van de foto’s bij akte verklaard dat deze foto’s niet in de keuken van zijn restaurant zijn genomen. Op 13 februari 2020 om 17.00 uur heeft een descente plaatsgevonden in het restaurant van werkgever. Aldaar heeft werknemer in aanwezigheid van partijen, de kantonrechter en griffier, de beschreven foto’s opnieuw genomen, zodat deze konden worden vergeleken met de eerdere foto’s. Werknemer vordert betaling van het achterstallige loon en het loon per maand zolang hij ziek zal blijven tot de dag waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal eindigen. Daarnaast vordert werknemer om werkgever te veroordelen om zijn re-integratieverplichtingen als werkgever alsnog na te komen.
Oordeel
Voortzetting
Kern van het geschil betreft de vraag of de arbeidsovereenkomst is voortgezet na 30 november 2019, of dat deze van rechtswege is geëindigd. De kantonrechter is van oordeel dat de overgelegde foto’s zijn genomen in de keuken van het restaurant van werkgever. Het verweer van werkgever dat de data van de foto’s zijn gemanipuleerd wordt niet gevolgd. Daarnaast volgt de kantonrechter de verklaringen die namens werknemer in het geding zijn gebracht. Bovendien heeft werkgever op de ziekmelding van werknemer in december gereageerd. Het voorgaande leidt tot het voorlopige oordeel dat werknemer na 30 november 2019 werkzaamheden voor werkgever is blijven verrichten, zodat de arbeidsovereenkomst onder dezelfde voorwaarden geacht wordt te zijn voortgezet voor een periode van zes maanden.
Loonvordering
Het voorgaande heeft tot gevolg dat werkgever gehouden is het loon van werknemer te betalen tot de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd. Niet is betwist dat bij ziekte in beginsel uit dient te worden gegaan van 95% van het loon. Partijen twisten echter over het aantal gewerkte uren per maand. Werkgever heeft de berekening van werknemer niet betwist en om die reden zal de kantonrechter deze berekening aanhouden. De primaire vordering wordt toegewezen.
Re-integratieverplichtingen
Nu de arbeidsovereenkomst van werknemer vanaf 1 december 2019 is verlengd met zes maanden en werknemer zich op 10 december 2019 ziek heeft gemeld, geldt dat werkgever re-integratieverplichtingen heeft. Dat werknemer volgens werkgever niet ziek is, kan niet worden gevolgd, nu er geen oordeel van de bedrijfsarts is waar dat uit blijkt. De kantonrechter is van oordeel dat werkgever eerst een bedrijfsarts zal moeten inschakelen alvorens de door werknemer gevorderde dwangsom zal worden toegewezen.