Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 18 februari 2020
ECLI:NL:RBNHO:2020:2741
Feiten
Werknemer is sinds 1 november 2018 in dienst bij Monsieur Poulet Haarlem B.V. Voorafgaand aan het dienstverband met Monsieur Poulet is werknemer vanaf 1 april 2016 in dienst geweest bij Madame Poulet. De functie van werknemer is assistent-bedrijfsleider. Bij brief van 10 september 2019 heeft Monsieur Poulet te kennen gegeven dat zij de arbeidsovereenkomst van werknemer niet wil verlengen. In deze brief schrijft Monsieur Poulet onder meer: ‘Bij deze laat ik je weten dat de tijdelijke arbeidsovereenkomst die wij op 1 november 2018 voor de duur van een jaar zijn aangegaan, niet verlengd zal worden.’ Werknemer heeft zich vervolgens op het standpunt gesteld dat sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Op 14 december 2019 is werknemer op staande voet ontslagen. In een andere procedure heeft werknemer om vernietiging van het ontslag op staande voet verzocht. In de onderhavige procedure vordert werknemer veroordeling van Monsieur Poulet tot doorbetaling van loon, vanaf 1 november 2019 tot aan de dag waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn geëindigd.
Oordeel
Werknemer heeft de tussen werknemer en Monsieur Poulet geldende arbeidsovereenkomst overgelegd. Deze arbeidsovereenkomst is een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, overeengekomen en ondertekend op 1 november 2018. Bijgesloten bij deze arbeidsovereenkomst is een addendum op de tussen Madame Poulet en werknemer overeengekomen arbeidsovereenkomst. Dit addendum dateert van 24 oktober 2018 en regelt de voortzetting van de arbeidsovereenkomst met Madame Poulet, bij Monsieur Poulet. Blijkens dit addendum is Madame Poulet de rechtsvoorganger van Monsieur Poulet en dient Monsieur Poulet beschouwd te worden als opvolgend werkgever. De kantonrechter stelt vast dat partijen aldus schriftelijk een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd hebben gesloten. Dat Monsieur Poulet aanvoert dat sprake is van afspraken over een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd maakt dat niet anders; werknemer betwist deze afspraken en bovendien is werknemer sinds 1 april 2016 bij de rechtsvoorganger van Monsieur Poulet in dienst, zodat, gelet op artikel 7:668a BW, de arbeidsovereenkomst tussen partijen hoe dan ook als een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd geldt. Nu de arbeidsovereenkomst tussen partijen niet van rechtswege is geëindigd, heeft werknemer recht op loon. De vordering van werknemer wordt dan ook toegewezen.