Feiten

Werknemer is sinds 1 september 2001 in dienst bij Elis Nederland B.V. Bovenop het maandsalaris heeft werknemer jaarlijks aanspraak op een prestatiebonus, die onder meer bestaat uit een jaarbonus. Op 21 maart 2018 is gecommuniceerd over een rekentool voor de bonus van 2018 en dit is op 23 maart 2018 met werknemer gedeeld. Vervolgens heeft werknemer op 1 augustus 2018 de bonusovereenkomst ondertekend. Op de jaarbonus is aanspraak indien in een kalenderjaar meer dan 100% van de voor de dealbonus gestelde 'ordertake targets' is behaald. Werknemer behaalt in 2018 176% van de voor hem gestelde dealbonus targets. Elis Nederland berekent en betaalt een dealbonus van € 28.887, een jaarbonus van € 23.695 en een portfoliobonus van € 1.357,91. In totaal betaalt Elis Nederland derhalve  een bonusbedrag van € 53.939,91 (bruto) aan werknemer. Werknemer maakt bezwaar tegen de de berekeningswijze van de bonus. De Commissie Bezwaar Bonusregeling adviseert de door de werkgeefster gehanteerde berekening te handhaven. De manager volgt dit advies en laat de bonus zoals berekend in stand. In deze procedure vordert werknemer betaling van de achterstallige bonus/provisie over het jaar 2018 en een correcte vaststelling en uitbetaling van de bonus van 2019.

Oordeel

Kern van het geschil is de vraag hoe de jaarbonus over 2018 zoals is opgenomen in de bonusovereenkomst 2018 moet worden berekend. De kantonrechter overweegt dat de vraag hoe de jaarbonus in de bonusovereenkomst moet worden berekend niet kan worden beantwoord op grond van alleen maar een zuiver taalkundige uitleg van de bonusovereenkomst. Voor de beantwoording van die vraag dient de Haviltex-maatstaf in acht te worden genomen. Hierbij acht de kantonrechter het volgende van belang. Niet is komen vast te staan dat de rekentool waarop werknemer zich beroept in opdracht van de directie van Elis Nederland is opgesteld. Werknemer heeft de rekentool van een andere medewerker in maart 2018 ontvangen, ruim vóór ondertekening van de definitieve bonusovereenkomst in augustus 2018. Evenmin is komen vast te staan dat die rekentool afkomstig is van de verantwoordelijke (financiële) afdeling die de bonussen vaststelt. Daarnaast kunnen eventuele verwachtingen die de marketing directeur heeft geschapen, niet tot gerechtvaardigde verwachtingen bij werknemer leiden over de uitleg en uitkomst van de bonusovereenkomst. De kantonrechter is daarom van oordeel dat werknemer er niet gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat met de rekentool uitleg is gegeven aan de uitkomst van de bonusovereenkomst in die zin dat de behaalde score (ongestaffeld) volledig zou worden vermenigvuldigd. Voorts heeft Elis Nederland overtuigend betoogd dat ‘volledig vermenigvuldigen’ tot ongerijmde uitkomsten zou leiden. Hoewel vaststaat dat werknemer in 2018 ruimschoots beter heeft gepresteerd dan de jaren ervoor en dat met de bonusregeling 2018 een flinke verbetering voor de werknemers werd beoogd, maken dergelijk grote verschillen dat werknemer bij het aangaan van de bonusovereenkomst naar het oordeel van de kantonrechter niet mocht verwachten dat er volledig zou worden vermenigvuldigd, maar dat de bonus gestaffeld zou worden berekend. Nu de jaarbonus 2018 uit hoofde van de bonusovereenkomst 2018 gestaffeld moet worden berekend, heeft Elis Nederland reeds aan werknemer de volledige bonus waarop hij recht had, uitbetaald. De vordering ten aanzien van de bonus 2018 wordt daarom afgewezen. Voorts verschillen partijen van mening over de verschuldigdheid van de bonussen over 2019. Na de comparitie van partijen is de dealbonus van € 12.373,60 door Elis Nederland aan werknemer betaald en dit is derhalve geen geschilpunt meer tussen partijen. Dit betekent dat de gevorderde portfoliobonus 2019 niet opeisbaar was, zodat deze vordering dient te worden afgewezen.