Rechtspraak
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 10 juni 2020
ECLI:NL:RBAMS:2020:2997
Feiten
Werknemer is vanaf 1 oktober 2017 in dienst van It City B.V., handelend onder de naam Het Rotihuis. Partijen hebben een geschil over de omvang van het dienstverband. Het Rotihuis meent dat werknemer in dienst is voor 20 uur per week, terwijl werknemer zich op het standpunt stelt dat hij ten minste 50 uur per week werkt en dat hij op die basis ook betaald moet worden. Over de omvang van het dienstverband heeft de kantonrechter te Amsterdam uitspraak gedaan, op grond waarvan Het Rotihuis aan werknemer in totaal ongeveer € 18.000 aan achterstallig salaris verschuldigd is. Partijen zijn het erover eens dat het dienstverband in elk geval zal eindigen per 1 augustus 2020, omdat werknemer dan de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. Per 2 juli 2019 is werknemer arbeidsongeschikt, vooral in verband met psychische klachten. Op 16 januari 2020 is werknemer eenmalig bij de bedrijfsarts geweest. De bedrijfsarts heeft genoteerd dat meerdere factoren een rol spelen bij de arbeidsongeschiktheid, zowel privé- als werkgerelateerd. Op 4 mei 2020 heeft Het Rotihuis werknemer op staande voet ontslagen, omdat werknemer tijdens zijn ziekte nevenwerkzaamheden zou hebben verricht bij het Surinaams Huisje, hetgeen in strijd zou zijn met de arbeidsovereenkomst. Ter zitting heeft Het Rotihuis toegelicht dat het ontslag op staande voet voorwaardelijk is gegeven, en wel onder de voorwaarde dat de kantonrechter de arbeidsovereenkomst tussen partijen niet zal ontbinden. Het Rotihuis verzoekt in deze procedure dan ook ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de g-, e- of h-grond.
Oordeel
Naar het oordeel van de kantonrechter leveren de door Het Rotihuis naar voren gebrachte feiten en omstandigheden een redelijke grond voor ontbinding vanwege een verstoorde arbeidsverhouding op. Dat de arbeidsverhouding duurzaam is verstoord wordt door werknemer erkend en de kantonrechter heeft de verstoring tijdens de mondelinge behandeling eveneens kunnen vaststellen. Daarom zal de arbeidsovereenkomst worden ontbonden. De kantonrechter is van oordeel dat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen aan de kant van werknemer. Als vaststaand moet namelijk worden aangenomen dat werknemer tijdens ziekte verboden nevenwerkzaamheden heeft verricht. Op de video heeft de kantonrechter kunnen waarnemen dat werknemer in de keuken van het Surinaams Huisje aan het werk was, met een schort voor. De kantonrechter acht het verweer van werknemer, dat hij enkel eenmalig vis aan het bereiden was, niet geloofwaardig. Nu aangenomen wordt dat werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld heeft hij geen aanspraak op de transitievergoeding en/of een billijke vergoeding en gelet op het ernstig verwijtbaar handelen van werknemer bestaat voorts aanleiding om de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang, derhalve per heden, te ontbinden.