Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Arnhem), 22 juni 2020
ECLI:NL:GHARL:2020:4724
Feiten
Werknemer is sinds 8 september 2008 in dienst van Xerox. In de arbeidsovereenkomst is een geheimhoudingsclausule en een nevenactiviteitenbeding opgenomen. Binnen Xerox gelden verder Business Ethics-regels, die onder meer zijn vastgelegd in de gedragscode. Op 5 maart 2019 heeft werknemer een formele waarschuwing ontvangen, omdat hij zonder toestemming en medeweten van zijn manager ongeveer iedere drie maanden een overleg had met een partner van Xerox, terwijl hem duidelijk was dat dit niet was toegestaan. Werknemer was het niet eens met de waarschuwing en heeft hier per brief d.d. 6 maart 2019 uitgebreid op gereageerd. Op 10 april 2019 heeft Xerox aan werknemer medegedeeld dat het verbetertraject niet heeft geleid tot de noodzakelijke verbetering in zijn functioneren en dat Xerox de arbeidsovereenkomst met hem wenste te beëindigen vanwege onvoldoende functioneren. Tussen partijen is hierover geen overeenstemming bereikt. Bij brief d.d. 13 mei 2019 heeft Xerox werknemer op staande voet ontslagen. De kantonrechter heeft in de bestreden beschikking overwogen dat sprake is van een dringende reden, hierin bestaande dat werknemer gedurende de periode maart 2014 tot 27 maart 2019 op structurele wijze pincodes heeft verstrekt aan een privécontact van Q-Products, terwijl hem dat niet was toegestaan en hij daartoe niet bevoegd was en daarmee heeft gehandeld in strijd met de Business Ethics-regels van Xerox en het geheimhoudings- en nevenwerkzaamhedenbeding in zijn arbeidsovereenkomst. De kantonrechter heeft het ontslag op staande voet van 13 mei 2019 rechtsgeldig geoordeeld en de verzoeken van werknemer afgewezen. Werknemer komt op tegen de beschikking.
Oordeel
Het hof oordeelt dat werknemer verkeerd heeft gehandeld door zonder medeweten en toestemming van zijn leidinggevende gedurende een periode van ongeveer vijf jaar diensten te verlenen aan Q-Products, welke niet tot zijn werkterrein behoorden. Deze handelwijze levert, mede gelet op de bij Xerox geldende en intensief gehandhaafde gedragscode en de overige omstandigheden van het geval, een dringende reden op. Werknemer had zich van het verstrekken van pincodes aan Q-Products moeten onthouden: het was niet zijn werk om pincodes op te vragen en te verstrekken aan een niet rechtstreeks aan Xerox gelieerde partij. Het hof volgt Xerox niet in haar stelling dat het hier gaat om (geheime) vertrouwelijke bedrijfsinformatie. Dit betekent dat deze gedragingen verwijtbaar zijn, maar dat Xerox haar stelling dat deze (ook) een schending van de geheimhoudingsclausule uit de arbeidsovereenkomst opleveren onvoldoende heeft onderbouwd. Daarnaast had werknemer zich moeten onthouden van het verstrekken van prijsinformatie aan een tussenhandelaar, ook al was die informatie openbaar toegankelijk, nu dit niet behoorde tot het reguliere werk van werknemer. Dit geldt eveneens voor het verzoek tot een reparatie onder de garantie aan een collega. Dit bevond zich niet op zijn werkterrein, en hij had zich niet in die kwestie mogen mengen. Het verwijt van het afleggen van tegenstrijdige en ongeloofwaardige verklaringen treft geen doel, nu het verhaal dat werknemer heeft gedaan in grote lijnen hetzelfde is. Xerox verwijt werknemer wel met recht dat hij de onjuistheid van zijn gedrag niet inziet. De kantonrechter heeft de vorderingen van werknemer terecht afgewezen.