Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Ambucare B.V.
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 29 april 2020
ECLI:NL:RBNHO:2020:4201
Belangenafweging concurrentie- en relatiebeding in het voordeel van werknemer, die in dienst wil treden bij een concurrerend uitzend- en detacheringsbureau in de zorg. Een concurrentiebeding is niet bedoeld om werknemer te binden. Niet gebleken dat werknemer specifieke en relevante informatie meeneemt naar nieuwe werkgever.

Feiten

Ambucare B.V. (hierna: Highcare) is een uitzend- en detacheringsbureau voor de ambulancezorg en ziekenhuizen. Werknemer is bij Highcare in dienst geweest als anesthesiemedewerker tussen 1 februari 2017 en 31 juli 2018. Per 1 september 2019 is werknemer opnieuw in dienst getreden bij Highcare als anesthesiemedewerker, op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De arbeidsovereenkomst bevat een relatie- en concurrentiebeding. Bij e-mail van 23 januari 2020 heeft werknemer zijn arbeidsovereenkomst met Highcare opgezegd tegen 1 april 2020. Werknemer wil per 1 mei 2020 in dienst treden bij TMI. Bij brief van 13 februari 2020 heeft Highcare de opzegging van werknemer bevestigd. Highcare heeft werknemer gewezen op het relatie- en concurrentiebeding en onder meer geschreven dat het werknemer niet is toegestaan om bij TMI te gaan werken. De gemachtigde van werknemer heeft bij brief van 18 februari 2020 gereageerd en onder meer geschreven dat werknemer van mening is dat Highcare niet in haar recht staat door het concurrentiebeding te handhaven en hem te verbieden bij TMI in dienst te treden. Highcare vordert onder meer dat de kantonrechter werknemer bij wijze van voorlopige voorziening verbiedt zijn werkzaamheden voor TMI aan te vangen. Werknemer vordert bij wijze van tegenvordering primair schorsing van het concurrentiebeding.

Oordeel

Vaststaat dat Highcare en TMI concurrenten zijn; beide bedrijven houden zich bezig met het uitzenden en detacheren van medewerkers in de ambulancezorg en ziekenhuizen. De indiensttreding van werknemer bij TMI levert dan ook in beginsel een overtreding van het concurrentiebeding op. Ten aanzien van de door Highcare naar voren gebrachte belangen overweegt de kantonrechter voorlopig als volgt. Een concurrentiebeding is bedoeld om het bedrijfsdebiet van een werkgever te beschermen. Onder bedrijfsdebiet wordt verstaan opgebouwde know how en goodwill. Een concurrentiebeding is niet bedoeld om een werknemer te binden. Daar zijn andere mogelijkheden voor, zoals een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd zonder tussentijdse opzegmogelijkheid of goede arbeidsvoorwaarden, opleidingsmogelijkheden enzovoort. In het voorliggende geval gaat het naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter om de concurrentie tussen twee uitzend- c.q. detacheringsondernemingen in een krappe arbeidsmarkt. De partij die de betreffende arbeidskracht bij een opdrachtgever weg kan zetten genereert omzet (en winst) op de uren. Dit betekent naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter dat het concurrentiebeding in de voorliggende situatie voornamelijk tot doel heeft werknemer aan Highcare te binden. Niet gesteld of gebleken is immers dat werknemer specifieke en relevante informatie over of van Highcare meeneemt naar TMI, waardoor Highcare wordt benadeeld en TMI wordt bevoordeeld in de concurrentieslag. Onbetwist is de stelling van werknemer dat Highcare niet in hem heeft geïnvesteerd; gedurende het dienstverband heeft werknemer geen opleidingen of cursussen gevolgd en evenmin is onbetwist dat stelling van werknemer dat hij kennis heeft van de commerciële processen binnen Highcare die zien op de onderhandelingen tussen Highcare en haar opdrachtgevers, waarmee TMI haar voordeel zou kunnen doen. Ook is niet gebleken dat werknemer bij TMI zo nauw zal samenwerken met de opdrachtgevers van Highcare dat de vrees gerechtvaardigd is dat deze zullen overstappen naar TMI. Werknemer heeft ter zitting benadrukt dat hij niet bij de laatste opdrachtgever zal gaan werken en in het kader van een schikking ook overigens aangeboden af te zien van werkzaamheden bij andere opdrachtgevers van Highcare. Tot slot is de verwachting gerechtvaardigd dat ook de bodemrechter, net als de rechtbank Midden-Nederland (ECLI:NL:RBMNE:2019:416), van oordeel zal zijn dat precedentwerking evenmin een rechtens te respecteren belang van Highcare is. Gelet op het voorgaande is de voorlopige conclusie dat Highcare vooralsnog geen belangen heeft aangevoerd die op grond van artikel 7:653 lid 3 onderdeel b BW beschermd worden door een concurrentiebeding, terwijl werknemer wel belang heeft bij schorsing van het beding, zodat de belangenafweging vooralsnog in het voordeel van werknemer uitvalt.