Rechtspraak
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 6 juli 2020
ECLI:NL:RBAMS:2020:3347
Feiten
Werkneemster, thans 27 jaar oud, is op 29 november 2019 in dienst getreden van Action Nederland B.V. (hierna: Action) als winkelmedewerker. Op 18 februari 2020 heeft de vader van werkneemster drie producten gekocht in het filiaal van Action waar werkneemster aan het werk was. Werkneemster heeft de spullen (ruitensproeier, motorolie en koelvloeistof) op de kassa aangeslagen en daarbij personeelskorting van 15% toegepast. Het ging om een kortingsbedrag van € 1,69. Alvorens de korting te geven heeft werkneemster gevraagd of de bedrijfsleider kon komen. Omdat deze niet in de gelegenheid was, is een ervaren collega met de pas van de bedrijfsleider naar de kassa van werkneemster gegaan en heeft met de pas de korting gegeven. Nadat Action hiervan op de hoogte was geraakt, is werkneemster geschorst wegens mogelijke betrokkenheid van fraude. Werkneemster heeft op 16 maart 2020 verklaard dat zij niet wist hoe zij om moest gaan met het geven van korting, maar dat zij het niet had gedaan als het haar was uitgelegd. Werkneemster is vervolgens op staande voet ontslagen, vanwege het in strijd met de regels verlenen van personeelskorting aan een derde op 18 februari 2020. Werkneemster verzoekt thans vernietiging van het ontslag op staande voet.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. De regeling rond het geven van personeelskorting is omschreven in de Personeelswijzer en is op zichzelf duidelijk. De kortingsregeling mag niet worden gebruikt voor familie. Het is begrijpelijk dat Action op het gebied van fraude, diefstal en verduistering een zerotolerancebeleid voert. Dat het hier slechts om een korting van € 1,69 gaat, is dan ook van ondergeschikt belang. Bij het misbruiken van de regeling voor personeelskorting is een ontslag op staande voet in beginsel gerechtvaardigd. Vast staat dat werkneemster de voorgeschreven werkwijze niet (geheel) heeft gevolgd. Zij heeft immers de producten die haar vader kocht zelf afgerekend met haar personeelskorting en tijdens haar werktijd. Werkneemster stelt echter dat zij de regels niet kende of in ieder geval niet begreep en niet de intentie had om fraude te plegen. Hoewel Action dit betwist en wijst op de arbeidsovereenkomst, waarin werkneemster verklaart alle relevante documenten te hebben ontvangen en gelezen, is de verklaring van werkneemster van het begin af aan consistent. Zo gaf zij aan dat zij de korting niet zou hebben toegepast, als zij had geweten hoe zij om moest gaan met de kortingsregeling. Ook staat vast dat zij op de bewuste dag de bemoeienis van de bedrijfsleider heeft ingeroepen. Dat was ook gebruikelijk, zo heeft Action ter zitting verklaard. Omdat de bedrijfsleider zelf niet in de gelegenheid was op dat moment, is de meest ervaren medewerker van het filiaal met de pas van de bedrijfsleider naar werkneemster gegaan en heeft zij de personeelskorting toegepast. Uit deze gang van zaken heeft werkneemster redelijkerwijs mogen begrijpen dat zij correct en volgens de regels handelde en dat zij toestemming had voor het geven van personeelskorting op de betreffende aankopen door haar vader, bij wie zij inwoont. Bovendien was de collega al jarenlang werkzaam bij Action en was zij zeer ervaren, zodat werkneemster erop mocht vertrouwen dat zij wist hoe met de personeelskorting om te gaan. De kantonrechter oordeelt dat, hoewel werkneemster strikt genomen in strijd met de regels heeft gehandeld, het toepassen van de personeelskorting werkneemster niet kan worden verweten. Niet alleen ontbrak de intentie om te frauderen, ook was werkneemster zich er klaarblijkelijk niet van bewust dat zij in strijd met de regels handelde. Het handelen van werkneemster levert derhalve geen dringende reden op. Vernietiging van de opzegging volgt.