Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 20 juli 2020
ECLI:NL:RBROT:2020:6538
Feiten
Werknemer is op 1 augustus 2019 voor de duur van tien maanden in dienst getreden bij Stichting Leonidas facilitair Rotterdam (hierna: Leonidas) in de functie van jeugdcoördinator onderbouw. Omdat salarisbetaling uitbleef, heeft werknemer op 24 januari en 13 februari 2020 Leonidas gesommeerd tot betaling van het salaris over de maanden augustus 2019 tot en met januari 2020. Bij laatstgenoemde brief heeft werknemer de arbeidsovereenkomst per direct opgezegd vanwege een dringende reden, te weten het niet voldoen van het salaris aan werknemer door Leonidas. Leonidas heeft op de brieven niet gereageerd en is ook niet tot salarisbetaling overgegaan. Werknemer verzoekt Leonidas te veroordelen tot loondoorbetaling tot 13 februari 2020, tot voldoening van de eindafrekening, alsmede tot betaling van € 1.022,74 bruto aan vergoeding op grond van artikel 7:677 lid 2 en lid 3 sub b BW. Ook verzoekt werknemer toekenning van de transitievergoeding van € 75.
Oordeel
De kantonrechter overweegt allereerst dat Leonidas rechtsgeldig is opgeroepen. Desondanks is zij, zonder kennisgeving, niet ter zitting verschenen en heeft zij geen verweer gevoerd. De kantonrechter gaat dan ook over tot een inhoudelijke beoordeling van de zaak. De door werknemer verzochte loondoorbetaling en eindafrekening zijn als niet weersproken toewijsbaar. Naar het oordeel van de kantonrechter levert verder het feit dat Leonidas vanaf het begin van de arbeidsovereenkomst, ondanks herhaalde verzoeken en sommaties van werknemer, geen loon heeft betaald een dringende reden op als bedoeld in artikel 7:679 lid 2 BW. Werknemer heeft dus terecht ontslag op staande voet genomen. Leonidas is daardoor op grond van artikel 7:677 lid 2 BW schadeplichtig en de kantonrechter wijst een vergoeding toe van € 955,39 bruto. De verzochte transitievergoeding wordt, als niet weersproken, eveneens toegewezen.