Feiten

Werknemer is in dienst van InterExped B.V. Werknemer vordert veroordeling van InterExped tot betaling van een bedrag van € 3097,59 bruto, bestaande uit achterstallig salaris over de periode december 2019 (€ 2.017,60 bruto) en de eindafrekening (€ 1.079,99 bruto). Hij legt aan de vordering ten grondslag dat hij op 18 maart 2019 in dienst is getreden bij InterExped en zijn arbeidsovereenkomst per 31 december 2019 heeft opgezegd. Hoewel hij InterExped heeft aangesproken en gesommeerd om het salaris over periode 13 (2 tot en met 29 december 2019) en de eindafrekening te betalen, is InterExped niet tot betaling overgegaan.

Oordeel

InterExped is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Tegen InterExped wordt verstek verleend. Ter zitting heeft werknemer toegelicht dat het spoedeisende belang bij deze vordering is gelegen in het moeten terugbetalen van leningen bij onder andere familie en kennissen en zijn schuld bij de Belastingdienst die moet worden betaald. Werknemer heeft verder toegelicht momenteel een financieel gat te hebben wat hij had verwacht te dichten met het gevorderde salaris. De kantonrechter wijst de vorderingen toe, nu werknemer het spoedeisende belang bij die vorderingen aannemelijk heeft gemaakt en de vorderingen de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomen. De proceskosten komen voor rekening van InterExped.