Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Stichting Gereformeerde Scholengroep
Rechtbank Noord-Holland, 1 april 2020
ECLI:NL:RBNHO:2020:2490
De kantonrechter is van oordeel dat scholengroep in redelijkheid heeft kunnen komen tot haar beslissing tot afwijzing van het verzoek van werknemer om hem in staat te stellen met ingang van het schooljaar 2020/2021 het scholingstraject voor docenten PIE te volgen.

Feiten

Werknemer is met ingang van 1 augustus 2012 in dienst getreden van Stichting Gereformeerde Scholengroep (hierna: GSG) in de functie van docent in het vak elektrotechniek aan het Gomarus College (afdeling vmbo). Met ingang van 1 augustus 2016 is het vak elektrotechniek opgegaan in het beroepsgerichte profiel PIE (Produceren, Installeren en Energie). Bij brief van 5 juli 2016 heeft de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen de bestuurders en schoolleiders in het vmbo geïnformeerd over een toekomstige wijziging van de bevoegdheids- en bekwaamheidseisen voor docenten in beroepsgerichte vakken in het vmbo. Hierbij is aangegeven dat alle betreffende docenten op termijn over een getuigschrift hoger onderwijs dienen te beschikken. Een deel van de beroepsgerichte leraren moet scholing volgen om een passende bevoegdheid voor een profiel te behalen. Werknemer valt in deze categorie. Werknemer heeft in de zomer van 2018 de opleiding VO Middenmanagement voltooid. GSG heeft hem destijds in staat gesteld om deze opleiding (deels) in werktijd te volgen en heeft de kosten hiervan ad ca. € 5.000 voor haar rekening genomen. Hogeschool Windesheim te Zwolle biedt kortlopende scholingstrajecten aan voor docenten binnen het profiel PIE die moeten worden bijgeschoold. In het voorjaar van 2019 heeft werknemer dit scholingstraject bij zijn leidinggevende onder de aandacht gebracht. Dit heeft toen niet tot toestemming voor aanmelding voor het scholingstraject geleid. Werknemer heeft zich bij aanvang van het schooljaar 2019/2020 op 26 augustus 2019 volledig ziek gemeld. Op 15 januari 2020 heeft de bedrijfsarts geadviseerd dat werknemer in het kader van zijn re-integratie zijn werkzaamheden kan hervatten. Werknemer heeft GSG bij brief van 22 januari 2020 en bij brief van 12 februari 2020 verzocht om te bevestigen dat hij het scholingstraject PIE bij Hogeschool Windesheim met ingang van het schooljaar 2020/2021 kan volgen. GSG heeft bij brief van 27 februari 2020 afwijzend op de verzoeken van werknemer gereageerd. Bij brief van 3 april 2020 aan GSG heeft werknemer wederom verzocht om hem te laten deelnemen aan het professionaliseringstraject PIE. De bedrijfsarts heeft op 15 april 2020 gerapporteerd dat werknemer conform het plan van aanpak geleidelijk re-integreert naar volledige werkhervatting vlak voor de zomervakantie. Bij brief van 18 mei 2020 heeft GSG op de brief van werknemer van 3 april 2020 gereageerd. Hierbij heeft GSG volhard in de voorlopige afwijzing van het verzoek van werknemer om deelname aan het scholingstraject PIE.

Oordeel

De kantonrechter acht de wens van werknemer om het scholingstraject voor docenten PIE te volgen op zich begrijpelijk. Het scholingstraject is voor werknemer noodzakelijk, nu hij nog niet over een getuigschrift hoger onderwijs beschikt. GSG heeft overigens ook niet betwist dat werknemer op enig moment het scholingstraject voor docenten PIE zal moeten volgen en zij heeft zich ook bereid verklaard om daaraan mee te werken. GSG is niettemin van mening dat het komende schooljaar 2020/2021 daarvoor nog niet het geëigende moment is. De kantonrechter is dat voorshands met GSG eens. Vast staat dat werknemer gedurende het gehele schooljaar 2019/2020 geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt is geweest. De kantonrechter acht het niet onbegrijpelijk dat GSG in de arbeidsongeschiktheid van werknemer en diens gezondheidsklachten (mede) aanleiding heeft gezien om hem voorlopig nog niet in staat te stellen om het scholingstraject voor docenten PIE te volgen. Daar komt bij dat werknemer recent op eigen verzoek door GSG in staat is gesteld om in werktijd en met terbeschikkingstelling van financiële middelen daarvoor door GSG, een uitgebreide opleiding te volgen. Van een werkgever kan niet worden gevergd dat hij op iedere opleidingswens van een werknemer ingaat, zeker wanneer het (wederom) een uitgebreide opleiding van substantiële duur en omvang betreft. De kantonrechter acht daarnaast van belang dat werknemer zijn betoog dat het scholingstraject voor docenten PIE aan Hogeschool Windesheim na het komende schooljaar 2020/2021 verdwijnt, waardoor spoedige bijscholing van werknemer noodzakelijk is, niet heeft onderbouwd. Een en ander is door GSG overigens ook gemotiveerd betwist. Zij heeft in dat kader onweersproken gesteld dat er de komende jaren nog talrijke onbevoegde docenten een scholingstraject PIE moeten volgen, waardoor er voldoende behoefte aan dit scholingstraject blijft bestaan. Er bestaat daarmee op dit moment naar het oordeel van de kantonrechter geen noodzaak voor werknemer om het scholingstraject op de kortst mogelijke termijn al te starten. Gelet op de hiervoor genoemde omstandigheden, mede in onderling verband en samenhang bezien, concludeert de kantonrechter dat GSG in redelijkheid heeft kunnen komen tot haar beslissing tot afwijzing van het verzoek van werknemer om hem in staat te stellen met ingang van het schooljaar 2020/2021 het scholingstraject voor docenten PIE te volgen. Dit betekent dat de betreffende vordering van werknemer zal worden afgewezen.