Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 13 mei 2020
ECLI:NL:RBNHO:2020:5486
Feiten
Werknemer is op 1 maart 2012 bij Helder in Glas Service B.V. (hierna: Helder in Glas) in dienst getreden als glaszetter. Op 24 november 2014 is werknemer betrokken geweest bij een arbeidsongeval, als gevolg waarvan hij arbeidsongeschikt is geraakt voor de bedongen arbeid. Arbeidskundig consult Expereans heeft in oktober 2015 geadviseerd werknemer te bemiddelen naar ander passend werk bij een andere werkgever. Op 20 november 2015 is werknemer aangemeld bij extern re-integratiebureau OxHill7 voor het volgen van een tweedespoortraject. Helder in Glas heeft per 17 december 2015 de salarisbetaling gestaakt, omdat werknemer niet meewerkte aan een eerstejaarsevaluatie en het tweedespoortraject. Op 26 juli 2016 heeft OxHill7 in een voortgangsrapportage geschreven dat werknemer met regelmaat slecht bereikbaar is en dat hij af en toe niet op afspraken komt opdagen. Bij brief van 11 oktober 2016 is werknemer door Helder in Glas onder andere aangesproken op het feit dat hij meermaals niet is verschenen bij Ergatis. Vervolgens is de salarisbetaling op 17 oktober 2016 wederom gestaakt. Op 1 juli 2017 is de arbeidsovereenkomst wegens langdurige arbeidsongeschiktheid beëindigd door Helder in Glas. Werknemer vordert achterstallig salaris over de periode van 17 december 2015 tot 1 juli 2017. Werknemer stelt dat zijn salaris ten onrechte is stopgezet. Gelet op zijn klachten en beperkingen was het re-integratietraject te zwaar, aldus werknemer.
Oordeel
Loon over periode 17 december 2015-15 april 2016
Tijdens deze periode is het salaris van werknemer stopgezet omdat hij niet heeft meegewerkt aan het opstellen van een eerstejaarsevaluatie en niet heeft meegewerkt aan het opstarten van het tweedespoortraject. Uit een arbeidsdeskundig rapport van 21 oktober 2015 blijkt dat er geen mogelijkheden voor interne re-integratie waren, zodat op Helder in Glas de wettelijke plicht rustte zich in te spannen passend werk bij een andere werkgever te vinden. Helder in Glas heeft extern re-integratiebureau OxHill7 ingeschakeld om hieraan uitvoering te geven. Werknemer was op zijn beurt op grond van artikel 7:658a BW verplicht hieraan mee te werken. Dat werknemer in de gehele periode van vier maanden om medische redenen niet in staat was aan het traject deel te nemen, is niet gebleken en komt de kantonrechter niet aannemelijk voor. Van belang in dit verband is dat in voornoemd arbeidsdeskundig rapport geconcludeerd is dat werknemer in staat is ander passend werk te verrichten en ook dat hij zich kon vinden in de conclusies en aanbevelingen uit het rapport. Op grond van het voorgaande heeft Helder in Glas gedurende deze periode terecht het salaris van werknemer stopgezet.
Loonvordering periode 15 april 2016-17 oktober 2016
Tussen partijen is niet in geschil dat werknemer over de betreffende periode recht heeft op loon. Helder in Glas stelt zich echter op het standpunt dat het loon over die periode reeds is voldaan. Naar het oordeel van de kantonrechter is voldoende aannemelijk dat Helder in Glas de loonbedragen uit hoofde van loonbeslagen heeft overgemaakt aan schuldeisers van werknemer. Daarmee is bevrijdend betaald en heeft werknemer ter zake dus niets meer te vorderen van Helder in Glas. Nu Helder in Glas onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij ook over juni en augustus 2016 salaris heeft betaald, zal de loonvordering betreffende die maanden wel worden toegewezen.
Loonvordering over periode 17 oktober 2016-1 juli 2017
Helder in Glas heeft het salaris over deze periode stopgezet, omdat werknemer geen gehoor gaf aan de oproep om contact op te nemen met Helder in Glas om zijn re-integratie te bespreken en vervolgafspraken te maken. Werknemer heeft hier slechts in algemene termen tegenin gebracht dat dit kwam vanwege zijn medische beperkingen. Werknemer heeft zijn re-integratie gefrustreerd en ook voor deze periode geldt dat het salaris terecht door Helder in Glas is stopgezet. De loonvordering betreffende deze periode zal dus worden afgewezen.