Feiten

Werknemer werkt sinds 2 januari 1980 bij de rechtsvoorganger van Consolidated Nederland B.V. (hierna: Consolidated) in de functie van voorman dakdekker. Op de overeenkomst is de cao Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven (hierna: cao) van toepassing. Deze cao bepaalt onder meer dat werknemer zonder schriftelijke toestemming van werkgever niet geoorloofd is werkzaamheden voor derden te verrichten, liggende in de sfeer waarin het bedrijf van de werkgever wordt uitgevoerd. Ook regelt het bedrijfsreglement van Consolidated dat werknemer zolang hij ziek is geen arbeid mag verrichten. In mei 2019 heeft een collega toestemming gekregen van Consolidated voor het oprichten van een eigen dakdekkersbedrijfje. Werknemer is sinds 27 mei 2019 arbeidsongeschikt. Bij de bedrijfsarts is gerapporteerd dat werknemer geen mogelijkheden heeft om te werken in aangepaste vorm of eigen werk. Eind 2019 kreeg Consolidated eerste signalen dat de collega van werknemer regelmatig aan het werk was, waarbij werknemer met hem op pad ging. Vervolgens werd Consolidated eind februari gebeld door een medewerker die beide mannen samen had zien rijden in de werkbus van de collega. Vervolgens zijn op 28 februari 2020 bij twee werklocaties foto’s en video’s gemaakt waarop te zien is dat werknemer werkzaamheden verricht. Op 3 maart 2020 heeft werknemer een gesprek gevoerd met de directeur, bedrijfsleider en de HR-manager van Consolidated. Daarin heeft werknemer ontkend werk uitgevoerd te hebben in de periode dat hij ziek gemeld stond. Op 5 maart 2020 heeft wederom een gesprek plaatsgevonden, waarbij werknemer is geconfronteerd met de gemaakte foto- en video-opnames. Vervolgens is hij op staande voet ontslagen. Werknemer verzoekt de kantonrechter primair om vernietiging van de opzegging van de arbeidsovereenkomst, subsidiair om Consolidated te veroordelen tot betaling van een transitievergoeding, een billijke vergoeding en een gefixeerde schadevergoeding. Consolidated verzoekt de kantonrechter werknemer te veroordelen tot betaling van een gefixeerde schadevergoeding.

Oordeel

In de hoofdzaak beoordeelt de kantonrechter of het ontslag op staande voet moet worden vernietigd. De kantonrechter ziet niet alleen in de foto’s en videobeelden maar ook in de onweersproken stellingen van Consolidated dat zij voor 28 februari 2020 steeds meer signalen van collega’s ontving dat werknemer aan het werk was en dat zij op 15 mei 2020 daarover nog een anonieme melding ontving, voldoende aanleiding om aan te nemen dat werknemer regelmatig en dus ook op 28 februari 2020 inderdaad dakdekkerswerkzaamheden heeft verricht. De gedragingen van werknemer leveren naar het oordeel van de kantonrechter een dringende reden op, waardoor het verzoek tot vernietiging van het ontslag op staande voet wordt afgewezen. Voor toewijzing van het verzoek van werknemer tot betaling van een transitievergoeding ziet de kantonrechter geen aanleiding, nu de handelingen die tot het ontslag op staande voet hebben geleid tevens zijn aan te merken als ernstig verwijtbaar handelen van werknemer. Consolidated heeft aanspraak gemaakt op betaling van de gefixeerde schadevergoeding als bedoeld in artikel 7:677 lid 2 BW. Zij moet echter niet-ontvankelijk worden verklaard in die vordering, nu het verweerschrift van Consolidated waarin die vordering is opgenomen niet binnen twee maanden na de dag waarop het ontslag op staande voet is gegeven, ter griffie is ontvangen.