Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Post-Kogeko Logistics B.V.
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 28 augustus 2020
ECLI:NL:RBROT:2020:7752
Werkgever is geslaagd in het bewijs dat werknemer zijn collega heeft uitgescholden met ziektes en hem in het gezicht heeft gespuugd. Dringende reden voor ontslag op staande voet. Verzoek werknemer tot toekenning billijke vergoeding afgewezen.

Feiten

Werknemer is in dienst van Post-Kogeko Logistics B.V. (hierna: Post-Kogeko). Medio juni 2019 heeft Post-Kogeko werknemer op staande voet ontslagen. Werknemer heeft verzocht hem een billijke vergoeding toe te kennen. Bij tussenbeschikking is Post-Kogeko toegelaten tot het leveren van bewijs van feiten en/of omstandigheden waaruit kan worden afgeleid dat werknemer op 7 juni 2019 (op het terrein van het Albert Heijn distributiecentrum te Pijnacker) zijn collega, X, heeft uitgescholden met ziektes en hem in het gezicht heeft gespuugd, dan wel heeft getracht te spugen, een en ander zoals opgenomen in de ontslagbrief van 11 juni 2019. Post-Kogeko heeft drie getuigen, waaronder X, doen horen. Werknemer heeft in contra-enquête zichzelf als getuige doen horen. Thans dient te worden beoordeeld of Post-Kogeko in het opgedragen bewijs is geslaagd.

Oordeel

De verklaringen van de getuigen zijn ten aanzien van de precieze gang van zaken na het incident, meer in het bijzonder ten aanzien van het feit dat werknemer tijdens het gesprek op 11 juni 2019 heeft erkend dat hij heeft gespuugd en gescholden naar X, volledig in overeenstemming met elkaar. De verklaringen zijn op essentiële punten consistent en bevatten geen wezenlijke verschillen of tegenstrijdigheden ten aanzien van de door Post-Kogeko gestelde feitelijke gang van zaken. De kantonrechter heeft geen reden om te twijfelen aan de betrouwbaarheid en de geloofwaardigheid van deze getuigen. Hetgeen door werknemer als getuige in contra-enquête is verklaard vormt geen aanleiding te twijfelen aan de juistheid van de eensluidende verklaringen van de drie getuigen over de te bewijzen feiten. Werknemer heeft verklaard en in zoverre erkend dat hij naar X heeft geroepen ‘vuile vieze teringlijer’ en ‘als jij echt een man bent, hier sta ik. Pal voor je neus. Gezicht tot gezicht, man tot man. Hier ben ik dan. Als je wat hebt, moet je dat in mijn gezicht doen’. Werknemer heeft vervolgens nader verklaard dat hij zich niet meer kan herinneren of hij verder nog iets heeft gezegd. Hoewel werknemer onder ede heeft ontkend dat hij heeft gespuugd, heeft hij daarnaast eerst nog verklaard dat hij dacht dat hij waarschijnlijk het Arabische woord ‘tfoe’ heeft gebruikt, in plaats van te spugen. Geconfronteerd met de getuigenverklaring van X heeft werknemer uiteindelijk toegegeven dat het wel kan kloppen dat hij woorden met kanker heeft gebruikt, waaronder ‘kankervent’. Het valt op dat werknemer op dit punt wisselend en inconsistent heeft verklaard. Dit doet afbreuk aan de betrouwbaarheid en geloofwaardigheid van de verklaringen van werknemer, zodat daaraan minder waarde wordt gehecht. De kantonrechter komt tot de slotsom dat Post-Kogeko is geslaagd in het bewijs dat werknemer op 7 juni 2019 zijn collega X heeft uitgescholden met ziektes en hem in het gezicht heeft gespuugd. Een en ander levert een dringende reden voor ontslag op staande voet op. Het verzoek van werknemer tot toekenning van een billijke vergoeding wordt afgewezen.