Feiten

Op 1 september is werknemer in dienst getreden bij Pantergroep B.V. (hierna: Pantergroep). In de arbeidsovereenkomst is een verbod op nevenactiviteiten opgenomen. Op 19 juni 2020 heeft werknemer zich ziek gemeld. Het salaris van werknemer is vanaf juli 2020 niet volledig door Pantergroep uitbetaald. Werknemer vordert betaling van het achterstallige salaris vanaf juli 2020. Daartoe voert werknemer aan dat Pantergroep verplicht is het loon door te betalen tijdens ziekte. Ook zou Pantergroep ten onrechte een boete van € 15.000 opgelegd hebben wegens overtreding van het verbod op nevenactiviteiten en die boete ten onrechte verrekend hebben met zijn salaris. Verder heeft Pantergroep ten onrechte loonheffing ingehouden voor de auto die is ingeleverd en heeft zij ten onrechte een eigen bijdrage verrekend.

Beoordeling

Nu werknemer sinds 19 juni 2020 onafgebroken arbeidsongeschikt is wegens ziekte, is Pantergroep in beginsel verplicht het loon door te betalen. Het beroep van Pantergroep op verrekening slaagt niet. Werknemer heeft gemotiveerd betwist dat hij nevenactiviteiten verricht. De enkele inschrijving in de KvK, die al van ver voor de indiensttreding van werknemer bij Pantergroep dateert, is onvoldoende om aannemelijk te achten dat het verbod op nevenactiviteiten door werknemer is overtreden. Ook staat artikel 7:632 lid 2 BW aan algehele verrekening in de weg. Nu in het kader van het kort geding niet voldoende is komen vast te staan dat het verbod op nevenactiviteiten door werknemer is overtreden en werknemer derhalve enige boete verschuldigd is, zal de loonvordering van werknemer worden toegewezen. De hoogte van het door werknemer gevorderde loon is door Pantergroep niet betwist, zodat daarvan zal worden uitgegaan. Werknemer heeft onbetwist gesteld dat ten onrechte loonheffing ingehouden is voor de auto die hij heeft ingeleverd en dat ten onrechte een eigen bijdrage is verrekend, zodat ook daarvan zal worden uitgegaan.