Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 16 september 2020
ECLI:NL:RBNHO:2020:8089
Feiten
Service4All B.V. (hierna: Service4All) exploiteert een onderneming die zich richt op het uitlenen van asbestsaneerders en handslopers aan derden (hierna: de eindklanten). Het bestuur van Service4All wordt gevormd door B.I. Beheer Didam B.V. en RJ Beheer B.V. De bestuurder van B.I. Beheer Didam B.V. was tot 3 juni 2019 de heer [A.]. Het bestuur van RJ Beheer B.V. wordt gevormd door de heer [C.]. Op 29 februari 2016 heeft Service4All met Nedflex Payrolling B.V. (hierna: Nedflex) een ‘Overeenkomst van payrolling’ voor onbepaalde tijd gesloten (hierna: de overeenkomst). Daarin heeft Service4All als opdrachtgever, aan Nedflex als opdrachtnemer, de opdracht gegeven om het juridisch werkgeverschap en de salarisadministratie over te nemen van Service4All. Er is sprake van een doorleenconstructie. Op 29 februari 2019 heeft C. namens Quatro Clean B.V. (hierna Quattro Clean) een verklaring ondertekend, waarin Quatro Clean verklaart dat indien Service4All niet aan een betalingsverplichting tegenover Nedflex kan voldoen, Quatro Clean deze verplichtingen van Service4All zal overnemen (hierna: de garantieverklaring). In de periode februari tot en met juli 2019 heeft Nedflex aan Service4All facturen gestuurd voor een totaalbedrag van € 222.016,26. Service4All heeft een betalingsachterstand laten ontstaan. In de nacht van 2 op 3 juni 2019 is [A.] overleden. Nadien is de heer [D.] opgetreden als woordvoerder van Service4All. Nedflex heeft op 3 juni 2019 contact opgenomen met Service4All over de betaling van de achterstallige facturen. Op 14 augustus 2019 heeft een bespreking plaatsgevonden in Apeldoorn tussen Nedflex, Service4All ([D.]) en eindklant [E]. Daar is besproken dat de werknemers van Nedflex bij [E.] werkzaamheden blijven verrichten en dat [E.] voortaan het tarief van Nedflex rechtstreeks aan Nedflex zal voldoen, zonder tussenkomst van Service4All. Service4All betoogt dat zij niet verplicht is om de (volledige) facturen en buitengerechtelijke kosten aan Nedflex te voldoen, omdat zij een tegenvordering heeft op Nedflex uit hoofde van onrechtmatige daad. Service4All legt aan haar vorderingen in reconventie ten grondslag dat Nedflex zich schuldig heeft gemaakt aan onrechtmatige concurrentie.
Oordeel
Tussen partijen staat vast dat (een deel van) de werknemers van Nedflex die voorheen via Service4All bij [E.] werkten, na het overlijden van [A.] door Nedflex rechtstreeks aan [E.] worden uitgeleend, waarbij Service4All als tussenschakel in de doorleenconstructie is weggevallen, en Nedflex de kosten en haar marge rechtstreeks factureert aan [E.]. Deze vaststelling rechtvaardigt echter nog niet de conclusie dat sprake is van onrechtmatige concurrentie door Nedflex. Bij de beoordeling van het beroep van Service4All op onrechtmatige concurrentie stelt de rechtbank voorop dat niet is gebleken dat tussen Nedflex en Service4All een relatiebeding is overeengekomen. In de overeenkomst is een taakverdeling overeengekomen, die inhoudt dat Service4All de contacten met de eindklanten onderhoudt. De rechtbank is echter van oordeel dat dit nog niet betekent dat het Nedflex niet is toegestaan om contact te hebben met de eindklanten. Dat dit ook niet de kenbare bedoeling van partijen is geweest, volgt naar het oordeel van de rechtbank uit de onweersproken stelling van Nedflex dat ook zij regelmatig contact had met de eindklanten, bijvoorbeeld over de praktische invulling van de werkzaamheden van de werknemers van Nedflex bij de eindklanten. Nu geen sprake is van een relatiebeding tussen Nedflex en Service4All, staat ingevolge de jurisprudentie van de Hoge Raad in beginsel de vrijheid van handel en bedrijf voorop. Het enkel profiteren van het bedrijfsdebiet van een concurrent (Service4All) is niet onrechtmatig, ook niet indien de concurrent daarvan nadeel ondervindt. Van bijzondere omstandigheden die wijzen op onrechtmatig handelen van Nedflex is niet gebleken. Daarbij acht de rechtbank mede van belang dat Nedflex er in juni/juli 2019 groot belang bij had dat de werknemers, die bij haar in dienst waren en voorheen via Service4All werden uitgeleend aan de eindklanten, ook in de toekomst aan het werk konden blijven bij die eindklanten, aangezien de loonkosten voor Nedflex doorliepen. Service4All had op dat moment (juni/juli 2019) echter al maandenlang (sinds februari 2019) de facturen voor die loonkosten niet aan Nedflex voldaan. Ook daarom heeft Nedflex, toen [E.] zich bij Nedflex meldde met het verzoek om de werknemers van Nedflex rechtstreeks bij [E.] te laten werken zonder tussenkomst van Service4All, niet in strijd met een zorgvuldigheidsnorm of anderszins onrechtmatig gehandeld door op dit verzoek van [E.] in te gaan. De enkele omstandigheid dat Service4All door deze gang van zaken haar marge misloopt en dat Nedflex profiteert van het feit dat Service4All als schakel in de doorleenconstructie is komen te vervallen (waardoor Nedflex haar werknemers tegen een lager tarief kan aanbieden aan de eindklanten dan voorheen), maakt dat niet anders.