Naar boven ↑

Rechtspraak

Oil Movement Services B.V./werknemer
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 8 oktober 2020
ECLI:NL:RBROT:2020:9645
Doordat vaststaat dat het dienstverband is geƫindigd gedurende de looptijd van de opleiding, is werknemer gehouden tot terugbetaling van de totale opleidingskosten.

Feiten

Werknemer is sinds 25 januari 2017 werkzaam voor Oil Movement Services BV (hierna: ‘OMS’) en tewerkgesteld bij Vopak Terminal Botlek West (hierna: ‘Vopak’). Bij Uitzendovereenkomst Fase 3 is zijn arbeidsovereenkomst verlengd met ingang van 26 juli 2018 en is bepaald dat deze van rechtswege zal eindigen op 26 juli 2019. Werknemer is gestart met de opleiding ‘Procesoperator B tankopslag’ bij VOTOB Academy (hierna: ‘de opleiding’). Partijen hebben ten aanzien van deze opleiding op 1 augustus 2017 een studieovereenkomst gesloten. In artikel 2 van de studieovereenkomst is onder meer bepaald dat OMS in beginsel de kosten voor de opleiding (€ 6957,50) draagt. In artikel 6 van de overeenkomst is bepaald dat OMS gerechtigd is 100% van de totale opleidingskosten terug te vorderen, indien het dienstverband eindigt door opzegging van de inlener en/of OMS gedurende de looptijd van de opleiding. In mei 2019 heeft Vopak partijen te kennen gegeven de samenwerking met werknemer per direct te willen beëindigen. Werknemer heeft zich vervolgens ziekgemeld en op 16 juli 2019 bij OMS weer hersteld gemeld.  De arbeidsovereenkomst is van rechtswege geëindigd per 26 juli 2019. OMS vordert thans terugbetaling van de opleidingskosten van € 6.957,50, waarvan na inhoudingen op het loon conform artikel 2 van de studieovereenkomst een bedrag resteert van € 4.271,02.

Oordeel

De kantonrechter stelt voorop dat artikel 6 van de studieovereenkomst voldoet aan de in het Van Opzeeland-arrest genoemde minimale vereisten, zodat de gevorderde terugbetaling van de studiekosten in zoverre niet in strijd is met de redelijkheid en billijkheid (zie HR 10 oktober 1983, NJ 1983, 796). Tussen partijen is niet in geschil dat Vopak de samenwerking met werknemer per direct heeft beëindigd. Werknemer stelt dat OMS zich onvoldoende heeft ingespannen om ervoor te zorgen dat hij kon terugkeren en zijn opleiding kon afronden. De kantonrechter volgt werknemer hierin niet. OMS heeft namelijk gesteld dat zij voor werknemer bij een tweetal andere bedrijven sollicitatiegesprekken heeft gearrangeerd teneinde hem in de gelegenheid te stellen zijn opleiding alsnog te kunnen afronden en terugbetaling van studiekosten te voorkomen. Werknemer heeft niet betwist dat het eerste gesprek door hem is afgezegd en dat hij tijdens het tweede gesprek te kennen heeft gegeven alleen in die baan geïnteresseerd te zijn voor het afronden van zijn opleiding en daarna weg te zullen gaan. Gelet hierop kan niet worden gezegd dat redelijkheid en billijkheid in dit geval meebrengen dat de werkgever zich niet op de regeling kan beroepen. OMS heeft zich dan ook voldoende ingespannen.

Nu vaststaat dat het dienstverband is geëindigd gedurende de looptijd van de opleiding, is werknemer gehouden tot betaling van de totale opleidingskosten. Ten aanzien van de hoogte heeft werknemer nog aangevoerd dat hem desgevraagd per e-mailbericht van 2 juli 2019 door OMS is bericht dat de totale studiekosten € 5.750 bedragen en dat na aftrek van het spaarsaldo van € 2.500 nog € 3.250 resteerde. Dit is door werknemer pas voor het eerst bij dupliek aangevoerd. Indien werknemer daadwerkelijk uitging van dit lagere bedrag – waarbij kennelijk de btw niet is meegenomen – had mogen worden verwacht dat hij dit reeds bij antwoord had aangevoerd, hetgeen hij heeft nagelaten. Op basis van de studieovereenkomst en de overige communicatie hierover tussen partijen volgt dat de totale studiekosten € 6.957,50 bedragen. Uit het e-mailbericht van 2 juli 2019 blijkt op geen enkele wijze dat OMS heeft bedoeld een deel van de studiekosten kwijt te schelden. Er wordt dan ook uitgegaan van een bedrag van € 6.957,50 aan totale studiekosten.  In artikel 2 van de studieovereenkomst zijn partijen overeengekomen dat werknemer ten behoeve van de studiekosten een eigen bijdrage van € 100 (netto) per vier weken zal betalen. Niet in geschil is dat hij tot aan de einddatum van de arbeidsovereenkomst een bedrag van € 2.600 heeft gespaard, zodat dit bedrag wél in mindering kan worden gebracht op de studiekosten. Voormeld bedrag is na gedane inhoudingen op het loon verminderd tot het gevorderde bedrag van € 4.271,02. Dit bedrag wordt door de kantonrechter toegewezen.